Doorhaling voor ‘aanzetten tot fraude’

De accountant die min of meer achteloos assuranceverklaringen afgaf op basis waarvan onterecht Europese subsidies zijn verstrekt aan het Brabantse bedrijf EDC is voor drie maanden doorgehaald. De Accountantskamer vindt dat zijn controlewerk ruim onvoldoende was.

Zaaknr. 16/3002

Lees over de zittingen die vooraf gingen aan dit vonnis:
– 03-04-17 – Accountant 'pion in Europese miljoenenfraude'
– 22-09-17 – OM: stukken in dossier zijn vervalst door accountant

Dat de Europese subsidies voor het Brabantse bedrijf European Design Center ter hoogte van 21 miljoen euro onterecht verleend waren, bleek pas achteraf. De onderneming ging over de kop en het geld is niet meer teruggevonden. Het Openbaar Ministerie verweet de accountant een 'pion' te zijn in deze miljoenenfraude. 

De fraude kwam aan het licht na onderzoek van het anti-fraudebureau van de Europese Commissie. Over de hele onderzochte periode bleek dat 92 procent van de kosten niet subsidiabel was. Hoe was dat mogelijk bij dossiers waar zoveel geld in omging, vroeg het OM zich af. De zitting in maart kreeg in september nog een staartje omdat de tuchtrechter de accountant toestond om stukken aan het dossier toe te voegen. Vervolgens kreeg hij van het OM het verwijt dat die stukken achteraf gefabriceerd en dus vervalst waren.

'Aanzetten tot plegen van fraude'
Een van de verwijten ging over een advies van de accountant aan het bedrijf om een voorziening van 140.000 euro op te nemen. In beginsel is het niet bezwaarlijk om een klant in een geval als deze het opnemen van een voorziening te adviseren, schrijft de Accountantskamer in het vonnis. Maar de geadviseerde voorziening ligt wel fors hoger dan het terug te vorderen bedrag van 113.000 euro en bovendien lag het wel erg dicht tegen de winst van het bedrijf in 2012 aan. 

De accountant had op de zitting geen verklaring voor het ontbreken van die voorziening in de jaarrekening van 2012. Ook nam hij niet in overweging of de terugvordering verhaald kon worden op de projectpartners in het desbetreffende project. Het is aannemelijk dat het voorstel van de accountant slechts als doel had de te betalen vennootschapsbelasting omlaag te brengen. ,,Niet alleen het opzettelijk doen van een onjuiste belastingaangifte, maar ook het aanzetten daartoe is strijdig met het fundamentele beginsel integriteit'', aldus de tuchtrechter.

Volgens de accountant had hij voldoende controle verricht. De raadsman wees op allerlei controlestappen in de dossiers van de accountant, ,,maar deze vermeldingen blijken bij nadere beschouwing slechts te bestaan uit een opsomming van (uit te voeren of uitgevoerde) werkzaamheden, zonder vermelding van uitkomsten of resultaten van die werkzaamheden'', vindt de tuchtrechter. Bovendien is ongewis wat de uitkomsten van die vermeende controlewerkzaamheden waren. Uit zijn controledossier blijkt dus niet welke controles de accountant daadwerkelijk verrichtte, laat staan wat de uitkomst daarvan was. Dat wat niet behoorlijk is vastgelegd, is niet geschied, is vaste rechtspraak van de Accountantskamer.

De tuchtrechter ging niet in op het verwijt dat het later toegevoegde controledossier achteraf geconstrueerd was. Wel kan er uit worden afgeleid dat die dossiers niet aan de eisen voldoen. Dat maakt dat ze in strijd zijn met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid. De klacht is gegrond verklaard. Betrokkene wordt aangerekend dat hij min of meer achteloos assuranceverklaringen afgaf op grond waarvan uit gemeenschapsgelden naar later bleek onterecht subsidies zijn verstrekt. De accountant liet niet op de zitting blijken dat hij beseft dat deze wijze van werken onacceptabel is, aldus het vonnis. In zijn voordeel is gesteld dat zijn kantoor in 2016 een kwaliteitstoets goed doorstond en dat hij geen assurancewerkzaamheden meer uitvoert. De tuchtrechter kwam zo tot een tijdelijke doorhaling van drie maanden.

Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle

Gerelateerde artikelen