Doorhaling RA’s die jaarrekeningen Ennia-dochter controleerden

Ondanks kaalslag werd de waarde van het resort opgeschroefd tot 422 miljoen.

De  twee RA’s die van 2013 tot en met 2015 de jaarrekeningen controleerden van een dochter van verzekeraar Ennia, hebben daarbij in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. De tuchtrechters halen daarom de registratie van beide accountants tijdelijk voor vier maanden door.

De RA’s werkten destijds bij PwC Dutch Caribbean, inmiddels Grand Thornton. Beiden waren nauw betrokken bij de controle van de jaarrekeningen 2013 tot en met 2015 van Sun Resort Ltd., een dochter van Ennia, de grootste verzekeraar in het Caraïbisch gebied. De een trad op als tekenend accountant, de ander als leider van het controleteam. Volgens de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) en Ennia, de klagende partijen, hebben de accountants daarbij op meerdere fronten laakbaar gehandeld.

Dit is niet de eerste tuchtklacht tegen accountants in de Ennia-casus. In 2022 haalde de Accountantskamer tijdelijk twee voormalige accountants van Baker Tilly Dutch Caribbean door vanwege ernstige tekortkomingen bij de controle van de jaarrekeningen.

Ooit een bloeiend toeristenoord
Belangrijkste activum van Sun Resort was Muller Bay, ooit een bloeiend toeristenressort op Sint Maarten, dat in 1995 werd verwoest door twee nauw op elkaar volgende orkanen. In 2016 kwam de fraude bij Ennia aan het licht. Ondanks de ‘kaalslag’ werd de waarde van het terrein in de boeken van Sun Resort in de loop der jaren aanzienlijk verhoogd, van 55 miljoen dollar in 2002 tot liefst 422 miljoen dollar in 2014.

Hushang Ansary, de Iraans-Amerikaanse miljardair en meerderheidsaandeelhouder van Ennia’s moederbedrijf Parman International, speelde een centrale rol in de fraude bij de verzekeraar. Onder zijn leiding werden aanzienlijke bedragen van Ennia geïnvesteerd in andere Parman-dochterondernemingen. Daarnaast werden er onterechte betalingen gedaan, waaronder donaties aan Ansary’s persoonlijke projecten en uitgaven voor privéjets.

Negeren van red flags
In totaal beloopt de schade voor Ennia volgens de CBCS daardoor zo’n 365 miljoen dollar. De rechtbank van Curaçao heeft Ansary veroordeeld tot terugbetaling van dit bedrag. Voor de CBCS was de fraude in 2016 reden een stille curator bij Ennia te benoemen. Twee jaar later sprak de toezichthouder de noodmaatregel uit. Sinds die tijd staat de verzekeraar onder curatele.

Volgens klagers negeerden de RA’s verscheidene red flags bij de controle van de jaarrekeningen van Sun Resort. Die kwamen van KPMG, destijds de groepsaccountant van Ennia – in 2016 kwam daar Baker Tilly voor in de plaats -, en hadden onder meer betrekking op de waarde van Muller Bay en de integriteit van Ansary. “Daar hadden de accountants naar moeten handelen”, bepleitte Liz van Ringelesteijn, een van de advocaten van klagers, in januari tijdens de zitting.

Tegen de borst stuiten
Dat de accountants van die signalen op de hoogte waren bleek volgens haar onder meer uit e-mailverkeer. Zo zou de tekenend accountant een collega’s hebben gemaild dat de verhoogde taxaties van Muller Bay hem ‘tegen de borst stuitten’ en de eigenaar ‘goed zouden uitkomen’.

Zelfs toen het FD in 2016 onthulde dat Ennia zou zijn ‘leeggetrokken’ was dit volgens Van Ringelesteijn voor de RA’s geen reden nog eens extra kritisch naar de waardering van Muller Bay te kijken. Sterker, slechts enkele dagen later zette de tekenend account zijn handtekening onder de jaarrekening 2015.

Een desolaat stuk grond
Ook de taxaties zouden onrealistisch hoog zijn geweest. De ingeschakelde taxateur zou geen ervaring hebben gehad met grote projecten als Muller Bay, dat liefst 700 duizend hectare beslaat, een achtste van het totale oppervlak van Sint Maarten. “Een getaxeerde waarde van 422 miljoen dollar van een desolaat stuk grond waarop niets werd ontwikkeld, dat had op zijn minst alarmbellen moeten doen afgaan,” vulde Sander Timmerman, een van de andere advocaten van klagers, aan.

Verder hebben de accountants volgens klagers ten onrechte aangenomen dat Sun Resort een ’tax holiday’ genoot en daardoor onder een laag belastingtarief viel – 2 procent in plaats van 34 procent winstbelasting. Tax holiday’s zijn in Sint Maarten gebruikelijk voor projecten die de economie ten goede komen. Volgens klagers was dit bij Muller Bay niet het geval, omdat van herontwikkeling van het toeristenressort destijds geen sprake zou zijn geweest.

Straatje schoonvegen
De RA’s en hun accountants vinden op hun beurt dat CBCS met de klacht haar eigen straatje schoon veegt. De bank ligt volgens hen op de eilanden zwaar onder vuur, omdat de fraude grote impact heeft – veel gepensioneerden en verzekerden hebben een polis lopen bij Ennia. De centrale bank wordt verweten tekort te zijn geschoten in het toezicht.

Door nu het vizier te richten op de accountants, ‘een opmaat voor een civiele procedure’ , aldus Frank van der Linden, een van de advocaten van de RA’s, zou de bank proberen de aandacht van haar eigen falen af te leiden.

Wraakzuchtige werknemers
Ook focussen klagers volgens Van der Linden ten onrechte op Muller Bay. “Als er al causaal verband is tussen de gang van zaken bij Sun Resort en de schade bij Ennia, is die voor zo’n 80 procent veroorzaakt voor 2013,” aldus deze advocaat.

Dat de RA’s niet zouden hebben geacteerd op de primeur van het FD is volgens de advocaat eveneens niet waar. “PwC heeft destijds zowel bij de directie van Sun Resort als bij Ennia om opheldering gevraagd. Ze kregen te horen dat het artikel slechts was gebaseerd op informatie van ‘wraakzuchtige ex-werknemers’. In een van de Antilliaanse kranten verscheen zelfs een grote advertentie waarin Ennia liet weten dat de gepensioneerden en polishouders geen enkel risico zouden lopen.”

Tekortgeschoten op essentiële onderdelen
De Accountantskamer vindt de klacht deels gegrond. De RA’s zijn volgens het tuchtcollege op essentiële onderdelen tekortgeschoten. Met name ten aanzien van de waardering van Muller Bay en de latente belastingverplichting. Twee onderdelen waaraan volgens de groepsaccountant een ‘significant risico’ kleefde. Zij hebben daarmee in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Gerelateerde artikelen