Doorhaling drie maanden voor oud-accountant Accon Avm

De accountant die de jaarrekening van energiebedrijf DGB goedkeurde, is tekortgeschoten in het verkrijgen van voldoende geschikte controle-informatie.

Door Michiel Satink

Zaaknr. 21/279

De voormalig accountant van Accon Avm is daarom voor de duur van drie maanden doorgehaald, blijkt uit het oordeel van de Accountantskamer. De AFM viel diverse tekortkomingen op in de jaarrekening 2017 van DGB. De accountant verrichte onvoldoende onderzoek naar de leveringen van gas en elektra en op de tarieven daarvan, stelde de AFM. Ook een bedrag van 12,7 miljoen euro aan energiebelasting dat in mindering werd gebracht op de bruto omzet van ruim 26 miljoen euro werd onvoldoende kritisch onderzocht en dat geldt ook voor een aanzienlijk verschil tussen de taxatie van twee miljoen van een pand en de overnameprijs van 1,2 miljoen euro.

De advocaat van de accountant bracht daar als eerste tegen in dat de AFM voor het indienen van de klacht zijn cliënt nooit over de feiten gehoord heeft. Ook zat de beklaagde in 'bewijsnood': hij had weliswaar een digitaal exemplaar van het dossier, maar delen ervan kon hij niet lezen en bovendien kon hij niet vaststellen of de stukken later gewijzigd zijn. En dus kon hij ook niet vaststellen of die mogelijke wijzigingen van invloed waren op de bevindingen van het AFM. Wat dit laatste betreft: de Accountantskamer ziet geen bewijsnood. Dat het controledossier gewijzigd is, is niet door de beklaagde aannemelijk gemaakt. Bovendien was de betrokken accountant kennelijk wel in staat om een uitgebreid verweerschrift in te dienen waarin hij inhoudelijk reageerde op de verwijten van het AFM.

Wat betreft de leveringen van gas en elektra blijkt dat de accountant vooral steunde op de intern opgestelde energiebalans, ,,zonder dat hij heeft vastgesteld of en in welke mate hij zich daarop kon baseren'', oordeelt de tuchtrechter. Ook op de zitting kon hij niet aan de tuchtrechter uitleggen hoe het bedrijf de omvang van de inkoop bij haar energieleveranciers heeft vastgesteld. ,,Dat klemt te meer, nu sprake is van één netwerk waarop meerdere aanbieders en ook meerdere afnemers van energie (zowel gas als elektra) actief zijn.'' 

Door af te gaan op door het bedrijf vastgelegde gegevens van afnemers en van de leveranciers bij wie wordt ingekocht, zonder dat de juistheid van deze gegevens op welke manier dan ook is vastgesteld aan de hand van brondocumenten, is betrokkene tekortgeschoten in zijn controlewerkzaamheden, zo vindt de Accountantskamer. Ook bij de energiebelasting baseerde hij zich in belangrijke mate op intern bij het energiebedrijf opgestelde cijfers. Omdat hij onvoldoende en geschikte controle-informatie had over de omzet, het verbruik en de tarieven ,,die de basis vormden voor de berekening van de energiebelasting, geldt deze tekortkoming ook voor de energiebelasting zelf''.

In de gecontroleerde jaarrekening 2017 was ruim negen miljoen euro aan goodwill verantwoord. Dat kwam voort uit twee overnames in dat jaar. Ook hier deed hij onvoldoende onderzoek naar. Zo voerde hij geen werkzaamheden uit om te controleren of de overnamemethode in overeenstemming is met IFRS (International Financial Reporting Standards). Verder deed hij niets met de verkregen informatie die erop duidt dat het bedrijf mogelijk niet de overnemende partij is. Dit kan betekenen dat de goodwill ten onrechte in de jaarrekening is opgenomen, stelt de tuchtrechter.

De accountant deed evenmin voldoende onderzoek naar het verschil tussen de taxatie van twee miljoen euro en de koopprijs van 1,2 miljoen euro van een bedrijfspand. Zeker gezien het grote verschil had het op de weg van de accountant gelegen daar nader onderzoek naar te doen. Dat de accountant regelmatig de onafhankelijke kwaliteitsbeoordelaar heeft geraadpleegd en dat binnen het accountantskantoor kennelijk de druk werd opgevoerd om de controle snel af te ronden, zijn geen excuses voor de beklaagde. De tuchtrechter oordeelt dat hij met zijn werkwijze handelde in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Op de zitting kon hij op relevante vragen geen antwoord geven. ,,Ook vraagt de Accountantskamer zich af of betrokkene voldoende inzicht heeft in wat bij een controle van hem als externe accountant verlangd wordt en wat zijn verbeterpunten zijn'', staat in de uitspraak te lezen.

De controleverklaring is aanvankelijk op ondeugdelijke gronden afgegeven. De betrokken accountant heeft zich inmiddels als externe accountant uitgeschreven uit het register van AFM.

Gerelateerde artikelen