Door woningcorporaties opgerichte vereniging verricht geen belaste prestaties
De vereniging is opgericht door woningcorporaties om voor hen in gezamenlijkheid de inschrijfgelden van woningzoekenden te innen en het inschrijvings- en informatiesysteem te beheren, teneinde meer efficiency en kostenbesparingen te bereiken. In geschil is of de vereniging in het kader van de activiteit, bestaande in het verdelen (toewijzen) van in beheer bij de deelnemende woningcorporaties zijnde huurwoningen, belaste btw-prestaties verricht. Volgens Rechtbank Den Haag is dat het geval.
De vereniging heeft hoger beroep ingesteld en Hof Den Haag verklaart dat gegrond. Uit de nauwe banden tussen de vereniging en de woningcorporaties leidt het Hof af dat de vereniging fungeert als een onzelfstandige assistent van de woningcorporaties en in zoverre geen ondernemer voor de omzetbelasting is.
In het geval dat de vereniging voor de in geding zijnde activiteit btw-ondernemer is, heeft evenzeer te gelden dat ter zake van de met die activiteit gemoeide prestaties, zo die niet al hetzelfde fiscale lot delen als de door de aangesloten woningcorporaties verrichte verhuurprestaties, heffing van omzetbelasting achterwege blijft.
Voor zover dan sprake is van voor de omzetbelasting in aanmerking te nemen prestaties die zijn verricht ten behoeve van de woningzoekenden, zijn die prestaties, gelet ook op de zeer hechte samenwerking tussen de aangesloten woningcorporaties en de vereniging, toe te rekenen aan de woningcorporaties zelf. Voor zover dan sprake is van voor de omzetbelasting in aanmerking te nemen prestaties die zijn verricht ten behoeve van de aangesloten woningcorporaties, delen die prestaties in de vrijstelling van artikel 11, lid 1, aanhef en onderdeel u, Wet OB 1968.
(Bron: Fiscanet)