DNB: Trustkantoren beheersen integriteitsrisico’s onvoldoende
DNB heeft eerder aandacht gevraagd voor de dienstverlening aan doelvennootschappen met buitenlandse branches. Nu signaleert DNB dat deze dienstverlening bij vijf van de zes onderzochte kantoren nog steeds ontoereikend is om aan de wettelijke verplichtingen te kunnen voldoen. DNB gaat daarom handhavend optreden tegen verschillende trustkantoren.
Branches
Een doelvennootschap kan naast haar vestigingsadres in Nederland een branche of vestiging in het buitenland hebben. Dit betreft dan geen separate dochteronderneming van de doelvennootschap, maar de branche maakt wel juridisch onderdeel uit van de in Nederland gevestigde doelvennootschap. Voorbeelden hiervan zijn een Nederlandse besloten vennootschap met een in Colombia gevestigde actieve fabriek of een voor de kust van Venezuela liggend boorplatform.
Verplichting
Een trustkantoor is wettelijk verplicht de integriteitsrisico’s te beheersen van doelvennootschappen en de branches die daarvan onderdeel uitmaken. Dit op grond van de Wtt en Rib Wtt. Voor een goede beheersing is het cruciaal dat trustkantoren de geldstromen monitoren én zicht hebben op de rechten en verplichtingen zoals aangegaan door de branche. Dit stelt een trustkantoor in staat om voldoende maatregelen te nemen om te voorkomen dat branches betrokken raken bij witwassen, terrorismefinanciering of overtreding van de sanctieregelgeving.
Risico’s
De vraag is hoe een trustkantoor dat letterlijk en figuurlijk op afstand staat (remote office risk) voldoende op de hoogte kan zijn van de dagelijkse activiteiten van de branche, de rechten en verplichtingen, en de geldstromen. Het ontbreekt een trustkantoor veelal aan de noodzakelijke kennis van de markt waarin de branche opereert; wat zijn de gebruiken in deze markt, wat zijn de regels, wat zijn de bijzonderheden en risico’s? Bovendien verschillen de risico’s ook nog eens per land. Een trustkantoor heeft de specialistische kennis over bijvoorbeeld de exploratie van olievelden niet snel in huis. Gezien het algemene niveau van beheersing en professionaliteit in de sector is dit extra zorgelijk.
Verwachting en verdere actie DNB
DNB uitte vorig jaar ook al haar zorgen over het verrichten van bepaalde dienstverlening. Het betrof toen de cv-structuren. DNB legt in het geval van de branches niet alleen de vraag bij de sector neer of ze deze dienst nog wel zou moeten willen verrichten. In het licht van de toenemende zorg over de aard van de integriteitrisicobeheersing neemt DNB het onderwerp branches verder onder de loep en gaat in gesprek met de relevante betrokkenen over de houdbaarheid van deze dienstverlening door de sector. DNB verwacht ondertussen dat trustkantoren zeer kritisch zijn bij de acceptatie van nieuwe cliënten met branches en afscheid nemen van dienstverlening, klanten en doelvennootschappen waarvan ze de risico’s niet kunnen overzien of beheersen.