DNB: ‘Loonkosten en eindheffingen leiden niet tot hogere prijzen’

Een recent onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) bevestigt dat de kans op een aanzienlijke stijging van de lonen --die de inflatie extra aanwakkeren-- klein is. Dit betekent dat de recente loonstijgingen die in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's) worden vastgelegd, waarschijnlijk geen belemmering vormen voor een mogelijke verlaging van de rente in de eurozone later dit jaar. Dat meldt het ANP.

DNB-president Klaas Knot had vorig jaar herhaaldelijk gewaarschuwd voor de dreiging van een zogeheten loon-prijsspiraal. Dit scenario zou zich voordoen als een aanzienlijke loonstijging leidt tot hogere uitgaven, wat op zijn beurt bedrijven zou aanmoedigen om hun prijzen verder te verhogen.

  • Loonstijgingen in Nederland hebben waarschijnlijk geen significante invloed op inflatie
  • DNB-president Klaas Knot benadrukt de noodzaak van renteverlaging ECB
  • Onderzoek suggereert dat loon-prijsspiraalscenario onwaarschijnlijk is.

Knot's eerdere waarschuwingen

In het verleden benadrukte DNB-president Klaas Knot herhaaldelijk de dreiging van een loon-prijsspiraal, waarbij aanzienlijke loonstijgingen de inflatie zouden aanwakkeren.

Knot bracht de kwestie van de lonen ook ter sprake tijdens de presentatie van het jaarverslag van DNB vorige maand. Hij gaf aan dat de Europese Centrale Bank (ECB) naar verwachting de rente in juni opnieuw zou kunnen verlagen, op voorwaarde dat de loongroei de inflatie niet opnieuw zou doen stijgen, zoals uit de cijfers zou blijken. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]


Vermoedt u dat dit artikel interessant is voor anderen binnen uw organisatie of netwerk, wijs anderen hier dan op door dit bericht te delen via uw whatsapp, email, Linkedin of Twitter (bovenaan dit artikel).


Loongroei en renteverlaging ECB

DNB-president Klaas Knot benadrukte onlangs dat een mogelijke verlaging van de rente door de Europese Centrale Bank (ECB) afhankelijk is van de ontwikkeling van de loongroei en de impact ervan op de inflatie.

In het vierde kwartaal van 2023 stegen de brutolonen per gewerkt uur van werknemers met 8,8 procent zo meldde het CBS onlangs. De loonkosten, inclusief sociale premies ten laste van werkgevers en eindheffingen minus loonkostensubsidies, stegen met 8,5 procent in dezelfde periode.

In 2023 bedroegen de totale loonkosten in Nederland 483,8 miljard euro door brutolonen, sociale premies ten laste van werkgevers en eindheffingen minus loonkostensubsidies.

Bouw, onderwijs, handel en horeca

Per bedrijfstak variëren de lonen sterk. In het vierde kwartaal van 2023 stegen de lonen per gewerkt uur het meest in het onderwijs (met 12,0 procent), terwijl de stijging in de bouw het kleinst was (slechts 5,0 procent). De loonkosten zijn het hoogst in de bedrijfstak handel, vervoer en horeca, waar ze 23,4 miljard euro bedragen. Dit vertegenwoordigt ruim 18 procent van de totale loonkosten. In de bedrijfstakken landbouw en visserij en verhuur en handel van onroerend goed liggen de loonkosten net boven de één miljard euro.

In 2023 bedroegen de totale loonkosten in Nederland 483,8 miljard euro. Dit omvat brutolonen, sociale premies ten laste van werkgevers en eindheffingen, verminderd met loonkostensubsidies. De loonkosten stegen in 2023 met 35,4 miljard euro (een stijging van 7,9 procent). Volgens het CBS is deze stijging opgebouwd uit een toename van de lonen, een stijging van de sociale premies ten laste van werkgevers en dalende loonkostensubsidies en eindheffingen.

Gerelateerde artikelen