‘Dit had met goed gesprek opgelost kunnen zijn’

De opvolgend accountant kreeg het werk gedaan met exact dezelfde informatie, zei advocaat Geert de Haas namens de klagers vrijdag in de Accountantskamer. De beklaagde accountants wisten wel een conceptjaarrekening op te stellen en op basis daarvan zijn aangiftes gedaan. Maar in die aangiftes klopte veel niet, aldus de raadsman. “De accountants hadden duidelijk moeten maken wat ze dan misten. De huidige accountant kon op basis van een analyse en overleg met cliënten wel alles in kaart brengen.” Als de beklaagden vonden dat ze onvoldoende informatie hadden, dan hadden ze net zolang moeten doorvragen tot alles duidelijk was, zei de advocaat. Zijn cliënten voelen zich in de kou gezet. “Niet genoeg informatie hebben maar wel aangifte doen, dat is merkwaardig.''

Advocaat Joost Vetter benadrukte namens de accountants dat de ontbrekende stukken vele malen zonder succes zijn opgevraagd. “De accountants konden niet verder en hebben conform de regels gehandeld.'' De ondernemers zijn ook gewaarschuwd voor de risico's van een te late publicatie van de jaarrekeningen. Dat de opvolgend accountant wel het werk kon afronden met dezelfde informatie, klopte volgens hem niet. “Je ziet dat hun rapport voortbouwt op het feit dat stukken ontbraken.''

Niets

“In veertien tot vijftien maanden tijd komen deze accountants tot niets. Dan vraag je je toch af wat ze gedaan hebben?” reageerde de raadsman van de klagers. Waarom trokken de accountants de stekker niet uit de samenwerking, vroeg een van de leden van Accountantskamer. “De maat was al vol. toch is het blijven liggen”, zei de verantwoordelijk accountant. Hij wilde een laatste verzoek om informatie afwachten. Hij had geen antwoord op de vraag waarom hij geen contact opnam met de Belastingdienst toen hij de aangiftes deed. Zijn collega zei dat met die aangifte de fiscus niet tekort is gedaan. Eerder kregen de klagers nog boetes opgelegd, nu bleek achteraf dat ze zelfs iets minder belasting hoefden te betalen.

Goed gesprek

In het laatste woord verwees een van de beklaagden naar de opzegbrief. Klagers en beklaagden zijn buren van elkaar en gingen “na een prettige samenwerking” uit elkaar. “Dat was geheel wederzijds. Maar van meet af aan is er geen hoor- en wederhoor geweest. Dit had in een open gesprek opgelost kunnen worden.”

Het vonnis volgt over vijftien weken, tenzij beide partijen er komende weken alsnog uitkomen.

(Zaaknrs. 17/717 en 17/947)

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]