Dijsselbloem pleit voor aanpak witwassen in EU-verband

Het toezicht op witwasrisico's in de bankensector zou Europees moeten worden geregeld. Nationale toezichthouders doen dat niet goed genoeg, vindt oud-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem.

Hij zei dat tijdens een debat in Nieuwspoort over de staat van de financiële sector, tien jaar na de kredietcrisis.

ING moest deze week door het stof omdat de bank jarenlang te weinig deed om witwassen door klanten te voorkomen. Er is een schikking getroffen met justitie die de grootste bank van Nederland in totaal 775 miljoen euro kost. De kwestie staat volgens Dijsselbloem niet op zich. Ook bij andere grote, internationale banken ziet hij nog altijd grote risico's.

Gebrekkig toezicht is een deel van het probleem, zei Dijsselbloem. “De controle op witwassen is gewoon niet op orde.'' 

Hij pleit ervoor ook op dit terrein het toezicht centraal te regelen, net als de controle op de kapitaalbuffers die grote Europese banken moeten aanhouden om schokken op te vangen. Dat zou de kwaliteit en uniformiteit ten goede komen.

Behalve op falend toezicht wijst Dijsselbloem ook op de rol van het bestuur van ING, dat volgens hem de regels niet serieus genoeg neemt. “Dit begint echt aan de top. Als die uitstraalt: deze regels vinden wij eigenlijk zwaar overdreven, we vinden het ongelofelijk bureaucratisch, dit is zó duur, waar is dit voor nodig, dan werkt dat door in de hele organisatie.''

Hoewel Dijsselbloem zeker niet uitsluit dat witwasrisico's ook bij andere Nederlandse banken spelen, maakt hij zich meer zorgen om financiële instellingen in andere Europese staten. “Er zijn landen waar helemaal geen meldingen zijn. Is het daar dan op orde? Nee, daar zou ik nog verontruster over zijn'', zei hij.

Gerelateerde artikelen