Digitaal beschikbaar stellen van beschikking is geen wettige bekendmaking

In geschil is of een particulier tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen een WOZ-beschikking en een bijbehorende aanslag onroerendezaakbelasting (ozb). Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft hierover geoordeeld.

Een particulier heeft op 22 mei 2014 bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking voor het tijdvak 2014 en bijbehorende aanslag ozb. De WOZ-beschikking heeft als dagtekening 31 maart 2014. De particulier stelt dat hij de beschikking en aanslag pas op 14 april 2014 heeft ontvangen. De heffingsambtenaar acht de particulier wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk in zijn bezwaar. In geschil is of de particulier tijdig bezwaar heeft gemaakt.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat hetgeen de heffingsambtenaar heeft aangevoerd geen uitsluitsel geeft over de datum waarop de heffingsambtenaar de beschikking en aanslag daadwerkelijk aan PostNL heeft aangeboden. Het gerechtshof neemt hierbij in aanmerking dat binnen de organisatie van Sabewa Zeeland tot en met het jaar 2014 problemen speelden welke onder andere hebben geleid tot foutieve aanslagen en grote achterstanden.

Ook als moet worden aangenomen dat de heffingsambtenaar de beschikking en aanslag tijdig aan PostNL heeft aangeboden, komt de onzekerheid omtrent de datum waarop de particulier de beschikking en aanslag heeft ontvangen, voor rekening en risico van de heffingsambtenaar. Van belang hierbij is dat de heffingsambtenaar ervoor heeft gekozen de beschikking en aanslag niet aangetekend naar de particulier te versturen.

De heffingsambtenaar heeft nog aangevoerd dat de beschikking en aanslag vanaf 29 maart 2014 digitaal raadpleegbaar waren via de website van Sabewa Zeeland. Voor zover de heffingsambtenaar hiermee heeft bedoeld te stellen dat de bezwaartermijn op 1 april 2014 is aangevangen, faalt het betoog van de heffingsambtenaar. Het digitaal beschikbaar stellen van de beschikking en aanslag is geen wettelijke vorm van bekendmaking als bedoeld in artikel 3:41 Awb, aldus het gerechtshof. Het bezwaar is tijdig ingediend. In dat geval is niet in geschil dat de WOZ-waarde € 300.000 bedraagt.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen