Detailhandel boekte in april bijna 10 procent meer omzet
De vergelijking met april 2020 gaat deels mank vanwege de vele winkelsluitingen die toen golden, terwijl vorige maand al wel weer op afspraak kon worden geshopt bij niet-essentiële winkels. Online werd er bijna een vijfde meer verkocht, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.
De non-food winkels zetten in april 12 procent meer om dan een jaar eerder. De groei in april dit jaar maakt het verlies voor bijvoorbeeld schoenen- en kledingwinkels van vorig jaar niet goed. Door de sluiting van die niet-essentiële winkels leden die vorig jaar ongekende omzetverliezen. Ook in april dit jaar golden nog restricties, waardoor de opbrengsten nu nog "aanzienlijk lager" lagen dan in april 2019.
Verder daalden op jaarbasis de opbrengsten van klus-, witgoed en elektronicawinkels, die vorig jaar juist profiteerden van de lockdowns waardoor er meer aan huis werd gesleuteld en binnenshuis vertier werd gezocht. In vergelijking met april 2019 lag de omzet nog wel hoger.
Bij winkels die meubels en andere woonaccessoires verkopen, drogisterijen en winkels in recreatieartikelen steeg de omzet in april op jaarbasis.
De winkels in voedings- en genotmiddelen hebben in april 2,7 procent meer omgezet dan in april 2020. De omzet van de supermarkten lag 2,5 procent hoger dan een jaar eerder, terwijl de omzet van speciaalzaken met 4,5 procent groeide. In vergelijking met april 2019 hebben de winkels in voedingsmiddelen 8,8 procent meer omgezet.
De totale omzet van de detailhandel lag volgens het CBS 8,5 procent hoger in vergelijking met april 2019.