Deloitte: van misleiding beleggers geen sprake

Wierp accountantskantoor Deloitte bewust een rookgordijn op om te voorkomen dat gedupeerde beleggers van de Ahold-affaire een claim tegen ze in kon dienen? Volgens het kantoor is daar zeker geen sprake van geweest, betoogde haar raadsman maandag bij de Accountantskamer
De tuchtrechter boog zich al eerder over dezelfde klacht, toen in gediend door de VEB (Vereniging van Effectenbezitters). Die klacht jegens drie registeraccountants werd destijds niet-ontvankelijk verklaard vanwege verjaring. Beleggers besloten nu zelf bestuursvoorzitter Roger Dassen en twee vennoten van Deloitte te dagen. De aandeelhouders zijn gedupeerd door de boekhoudaffaire bij Ahold uit 2003. Het supermarktconcern spiegelde resultaten veel te hoog voor. Twee jaar later schikte Ahold met beleggers wereldwijd voor een bedrag van 1,1 miljard dollar. Gedupeerden van het schandaal wilden de accountants van Deloitte medeaansprakelijk stellen voor vele honderden miljoenen euro’s aan schade. De termijn om dat te doen dreigde echter in februari 2008 te verjaren. VEB trad in overleg met Deloitte: de beleggers wilden extra tijd winnen en het accountantskantoor zag hierin de mogelijkheid een eventuele vordering van hen op het kantoor uit de pers te houden.
 
De negen beleggers betoogden dat Deloitte middels een valstrik onder haar verantwoordelijkheid poogde uit te komen. De vordering lag op de maatschap Deloitte. Het bedrijf ging echter in 2004 in een BV over. Volgens klagers was het accountantskantoor bewust onduidelijk of de vordering bij de maatschap was achtergebleven dan wel in de nieuwe BV was meegegaan. De bewuste accountants moeten geweten hebben dat de vordering bij de maatschap was achtergebleven. Toch ondertekende Dassen de overeenkomst met de VEB op briefpapier van de BV. Dit alles ,,had enkel als doel de VEB te misleiden en zo aansprakelijkheid te ontlopen. De beklaagden hebben bewust de verkeerde entiteit gebruikt en dus is een fikse tuchtrechtelijke maatregel op zijn plaats.
 
”De advocaat van Deloitte refereerde in zijn verweer aan een vonnis van 26 juni 2013 van de civiele rechter in Amsterdam. Toen stonden beide partijen ook al tegenover elkaar. Volgens de rechter diende Deloitte zich te onthouden van het bewust verstrekken van onjuiste informatie. ,,Gesteld noch gebleken is echter dat zij zich daaraan schuldig heeft gemaakt”, citeerde de raadsman. Ook hadden de beleggers prima kunnen weten dat de schuld nog bij de maatschap lag. Als de BV de schuld had willen overnemen had van de beleggers toestemming gevraagd moeten worden. En dat is nooit gebeurd. 
 
Zaaknummers: 14/275 , 14/276 , 14/277  
 
 
Michiel Satink / JPZ
Gerelateerde artikelen