Dekkingsgraad pensioenfondsen stabiel
Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon Hewitt die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.
Korte rentes gedaald, lange rentes gestegen
De verplichtingen van pensioenfondsen daalden licht. De swaprente op de korte looptijden daalde afgelopen maand met één a twee basispunten. Op looptijden van meer dan 11 jaar steeg de rente echter met enkele basispunten, waardoor de verplichtingen van fondsen per saldo licht afnamen.
Vermogen blijft stabiel
Ook het vermogen van pensioenfondsen daalde in mei zeer beperkt. Dankzij ontwikkelingen in de rente, kredietwaardigheid en credit spread steeg de vastrentende waardenportefeuille per saldo 1% in waarde. Aandelen in ontwikkelde markten noteerden een licht verlies van 1%. De opkomende markten bleven stabiel. Onroerend goed en commodities daalden in waarde.
‘Voorzichtigheid nog altijd geboden’
Met een gemiddelde dekkingsgraad van 105% lijken de fondsen uit de gevarenzone voor kortingen. Maar een gemiddelde dekkingsgraad van 105% betekent ook dat een aantal fondsen onder die grens zit. Uit een inventarisatie van 181 herstelplannen concludeert De Nederlandsche Bank (DNB) dat in een ongunstig scenario 56 fondsen moeten korten in 2020 en 2021. Deze fondsen hebben al sinds 2015 een dekkingsgraad onder het vereiste niveau. De meeste fondsen hanteren de toegestane maximale rendementen in de herstelplannen. Het is de vraag of deze rendementen ook daadwerkelijk behaald worden.
Kabinetsformatie
“Het blijft spannend hoe zowel de aandelenmarkten als de rentemarkten zich de rest van het jaar ontwikkelen,” zegt Frank Driessen, Chief Commercial Officer van Aon Hewitt. “Pensioenhervorming is één van de onderwerpen op de onderhandelingstafel voor de kabinetsformatie. Zolang de vorming van een nieuw kabinet op zich laat wachten, is er ook geen duidelijkheid over nieuwe pensioenhervormingen. Dat betekent dat fondsen niet anders kunnen, dan doorgaan op de ingeslagen weg.” In ieder geval is indexatie nog niet in zicht. Dat maakt discussie over een nieuwe stelsel alleen maar urgenter, stelt Driessen.