Declaratiegedrag accountant ‘bijna ondergang ondernemer’

Door excessief declareren en een verkeerd doorgevoerde herstructurering van zijn horecabedrijven stond een Haarlemse ondernemer aan de rand van een faillissement. Als boosdoener wees hij vrijdag in de Accountantskamer zijn accountant aan.

Het is niet de eerste en zeker niet de laatste keer dat beide partijen tegenover elkaar zaten. In juli zien partijen elkaar weer bij de rechtbank en het gerechtshof in Den Haag. Het al enkele jaren lopende geschil draait om de dienstverlening van de beklaagde registeraccountant voor de ondernemingen van de klager en die van zijn dochter. Over een periode van enkele jaren declareerde het kantoor van de accountant 197.000 euro. Onbegrijpelijk, vond de advocaat van de ondernemers. “Over een bedrag van 108.000 euro zijn geen specificaties overgeleverd. En de accountant weigert ze over te leggen. Zo kan ik niet oordelen of er op bepaalde onderdelen conform de afspraken is gehandeld”, zei de raadsman van de klagers. Na een vonnis van de rechtbank in Den Haag zou er nog 11.000 euro openstaan. Het kantoor van de accountant zou de bank onder druk hebben gezet om over te gaan tot executoriale verkoop van een pand van de ondernemer. “Voor 11.000 euro: waar zijn we hier mee bezig?” Ook was 12.000 euro gedeclareerd voor het op orde brengen van een dossier dat overlegd zou worden. “Als hier nog voor 12.000 euro aan werk verricht moet worden om een dossier dat kennelijk niet op orde is toe te lichten, denk ik dat er iets niet helemaal juist is.”

Herstructurering

Ook liep een herstructurering mis. De ondernemer liep hierdoor 52.000 euro aan schade op. En dan was er nog de declaratie van 24.000 euro gericht aan het bedrijf van de dochter van de ondernemer. Daar was geen opdracht voor. Zij is nu opgezadeld met een schuld van duizenden euro’s voor iets waar ze niet om gevraagd heeft.

Korting

De raadsman van de accountant begon met te melden dat de tuchtzaak de ‘zoveelste ronde’ is in een geschil dat qua procedures uit de hand dreigt te lopen. Gesprekken boden geen soelaas. Het kantoor was bereid een korting toe te passen, maar niet de 50.000 euro die de klagers wensten. Wat de klacht betreft handelde het grootste deel over fiscale zaken en daarvoor moesten klagers niet bij de registeraccountant zijn. Hij schetste de ondernemer als iemand die consequent te laat stukken inleverde en daar telkens voor gewaarschuwd werd. En het gedeclareerde bedrag gold niet over ‘enkele jaren’, maar ging over een periode van zes jaar. Het genoemde bedrag was bovendien inclusief BTW.

Bemiddelingspoging

De Accountantskamer ging onder meer uitvoerig in op de factuur die aan de dochter van de ondernemer was gestuurd. Opvallend, omdat 12.000 euro in rekening werd gebracht voor werk aan andere vennootschappen in een jaar dat de BV waar de factuur terechtkwam, nog niet was opgericht. De accountant zei dat de klager dan maar bezwaar had moeten maken dat de factuur bij de verkeerde entiteit terecht was gekomen. Later in de zitting gaf hij toe dat het formeel inderdaad niet juist was. Ook had hij uit oogpunt van service wellicht eerder met specificaties van de facturen moeten komen. Wel zijn deze ingebracht in een van de gerechtelijke procedures. Een bemiddelingspoging van de Accountantskamer strandde vrijdag. Wel kunnen beide partijen binnen nu en twee weken de tuchtrechter aangeven als ze alsnog tot een schikking zijn gekomen.

Vonnis over circa tien weken.

(Zaaknr. 16/96)

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]