De werkkostenregeling: gerichte vrijstellingen en eindheffingen

De werkkostenregeling in de loonbelasting brengt vereenvoudigingen aan in het systeem van vergoedingen, verstrekkingen en ter beschikking gestelde voorzieningen aan werknemers. Dat is althans de bedoeling. Helaas is met begrippen als vrije ruimte, 80% eindheffing, nihilwaarderingen, gerichte vrijstellingen, noodzakelijkheidscriterium en gebruikelijkheidscriterium de eenvoud inmiddels ver te zoeken.

De werkkostenregeling (WKR) is ingevoerd in 2011 en na enkele overgangsjaren vanaf 2015 voor alle werkgevers verplicht. Belangrijke doelstelling van de WKR was vereenvoudiging. De wetgever vond het regime van vergoedingen en verstrekkingen te ingewikkeld. Vereenvoudiging lijkt niet echt gelukt. Veel belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen zijn onder de WKR ook nog van toepassing, maar dan onder de naam van ‘gerichte vrijstelling’ of ‘nihilwaardering’. 

Loon

Alles wat de werkgever vergoedt of verstrekt aan een werknemer wordt onder de WKR in eerste instantie tot het loon gerekend. Ook als het gaat om het vergoeden van kosten! Vervolgens heeft de werkgever de keuze tussen het loon belasten bij de werknemer of aanwijzen als eindheffingsloon. Hiermee lijkt het loonbegrip in de Wet op de Loonbelasting 1964 flink opgerekt, maar dat is volgens de staatssecretaris niet de essentie van de WKR. Het loonbegrip in de wet blijft dus ‘al hetgeen uit de dienstbetrekking wordt genoten’. Ook het vrijgestelde loon, zoals pensioenaanspraken en de eenmalige jubileumuitkering na een dienstverband van 25 jaar blijft bestaan. 

De werkgever mag dan de keuze hebben tussen belasten als loon of aanwijzen als eindheffingsloon, hij heeft ook nog te maken met nihilwaarderingen, gerichte vrijstellingen en intermediaire kosten. Sommige zaken zoals het voordeel van de auto van de zaak zijn verplicht loon en mogen niet als eindheffingsloon worden aangewezen. 

Vrije ruimte

Meest opvallend onder de WKR is de vrije ruimte. Elke werkgever mag 1,2% van de totale fiscale loonsom besteden aan vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen aan werknemers. Wijst de werkgever een groter bedrag aan dan die 1,2% dan is hij over het meerdere 80% loonheffing in de vorm van eindheffing verschuldigd. De keuze voor het aanwijzen als eindheffingsloon is beperkt door het gebruikelijkheidscriterium. Wijkt de omvang van het aangewezen eindheffingsloon in meer dan belangrijke mate (30%) af van hetgeen gebruikelijk is, dan moet dit loon toch bij de werknemer worden belast. 

———————————————————————————————————————– 

Dit overzicht bevat een deel van de informatie uit één van de vele handige themapagina’s uit Navigator, de online portal van Wolters Kluwer. Op deze themapagina vindt u bovendien verwijzingen naar relevante wetteksten, jurisprudentie, literatuur en modellen. Een ideaal vertrekpunt voor abonnees op Navigator.

(Bron: Wolters Kluwer)  

Gerelateerde artikelen