De industrie als afvoerputje van de economie
De Nederlandse industriële producenten hebben in het tweede kwartaal van dit jaar beduidend minder omzet gedraaid dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De afname hangt vooral samen met gedaalde afzetprijzen en het feit dat de productie al maanden op rij krimp laat zien.
In totaal is de omzet met 7,5 procent gedaald. Uit onderzoeksgegevens komt ook naar voren dat industriële producenten in het lopende derde kwartaal nog geen omzetverbetering verwachten. Eerder bleek al dat de industriële productie op jaarbasis voor de zesde maand op rij is gezakt. De Nederlandse economie is inmiddels ook in een recessie beland, omdat er twee kwartalen op rij sprake was van economische krimp.
Vooral voor industrieproducten die in andere landen worden verkocht, ging de omzet hard omlaag. Het CBS ziet hier een afname van dik tien procent, terwijl de binnenlandse omzet ruim drie procent is gedaald.
De raffinaderijen en chemie-industrie zien de grootste daling in opbrengsten. De omzet zakte hiervoor met 28,5 procent. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de afzetprijzen met bijna een vijfde zijn gedaald. Sectoreconoom Albert Jan Swart van ABN AMRO stelde onlangs al dat Nederland zwaar getroffen wordt door de malaise in de chemiesector. De hoge gasprijs zou het moeilijk maken voor Europese energie-intensieve ondernemingen om op de wereldmarkt te concurreren.
Positieve uitschieters zijn de machine-industrie en de transportmiddelenindustrie. Hier steeg de omzet in het tweede kwartaal met respectievelijk bijna veertien procent en elf procent vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.
Het CBS merkt ook dat het aantal faillissementen in de industrie opgelopen is ten opzichte van een jaar eerder. In het tweede kwartaal waren er in de sector 62 faillissementen, tegen 39 in dezelfde periode vorig jaar. Maar het aantal bankroeten lag wel lager dan in de eerste drie maanden van het jaar. Toen waren er nog tachtig faillissementen.