De effectiviteit van trainingen, een leidraad
Het trainerschap
De vaktechnische trainers/docenten van deze bureaus zijn meestal afkomstig uit het bedrijfsleven of hebben een gecombineerde functie van docentschap (universiteiten/hogescholen) en bedrijfsleven. De dagtarieven van deze trainers liegen er meestal niet om – afhankelijk van het specialisme – aangevuld met een forse vergoeding voor voorbereiding. Het is voor trainingsbureaus dus zaak een groot aantal cursisten per cursus te rekruteren om uiteindelijk een redelijk tot goed rendement te kunnen maken.
Komen trainers uit het bedrijfsleven dan is de vaktechnische know-how over het algemeen op orde, maar schort het nog wel eens aan de didactische component. Dat vertaalt zich in een onvoldoende heldere opbouw van de stof, een onevenwichtige combinatie van theorie en praktijk (vaak in het voordeel van de theorie), of het nauwelijks actief betrekken van de zaal bij de training. Het komt ook voor dat de gebruikte sheets niet ter ondersteuning dienen voor de presentatie van de trainer. Dat is het geval wanneer de inhoud van de sheets in feite de hele presentatie zelf is. Ze worden dan letterlijk voorgelezen. Een dagtraining met meer dan 100 sheets komt voor, waaruit we mogen concluderen: hoe meer sheets hoe minder de trainer met het onderwerp kan ‘spelen’. Een omgekeerd evenredig verband.
Een combinatie van veel sheets en een onvoldoende didactische opzet maken een training slaapverwekkend met als gevolg dat de kennisopname beperkt is. Die is overigens sowieso beperkt. Want onze spanningsboog is niet zo lang. Het is al mooi als je als cursist 5 tot 10% van de stof hebt onthouden en later kunt reproduceren.
Welke factoren waarop de trainer invloed heeft, spelen nu een belangrijke rol in het beklijven van de stof? Hieronder een zestal punten die het beklijven positief beïnvloeden.
1. Houd het simpel
Dat is ook gelijk de moeilijkste opgave voor trainers/vakspecialisten. Vaak wordt door hen het begrip simpel verward met onvoldoende kennis. En dus gebruiken zij vakjargon te pas en te onpas om hun eruditie te laten blijken. De betere trainer onderscheidt zich van anderen door een lastige problematiek in heldere en simpele bewoordingen uit te leggen.
2. Wees concreet en praktijkgericht
De praktijk spreekt meer dan de theorie. In bijeenkomsten van beperkte duur heb je qua tijd niet de mogelijkheid uitvoerig theoretisch stil te blijven staan bij het (deel)onderwerp. Maak het concreet met herkenbare voorbeelden uit de praktijk.
3. Maak gebruik van hedendaagse technische middelen
PowerPoint met tekst en opsommingen verkort de spanningsboog. Maak gebruik van Prezi, foto’s, YouTube, internet.
4. Laat cursisten participeren
Gebruik interactieve werkvormen. Laat deelnemers voor de groep presenteren. Zorg voor discussie en betrek alle cursisten daarbij.
5. Doorbreek het verwachtingspatroon
Dat wekt nieuwsgierigheid, belangstelling en aandacht. Dat houdt cursisten bij de ‘les’.
6. Doe aan story-telling
Een aantrekkelijk verhaal uit de praktijk blijft veel beter hangen dan een opsomming van vaktechnische punten. Je neemt – als het ware – cursisten mee in jouw verhaal waardoor vaktechnische items beter beklijven.
Vanuit de optiek van de cursist
Dan uw eigen zoektocht naar een interessant aanbod. Eenmaal een cursus gevonden volgt er een inschrijving, betaalt u soms een aanzienlijke cursusprijs en geeft u op de betreffende dag acte de présence bij één van de vele hotelaccommodaties die Nederland langs onze snelwegen rijk is.
In het geval dat het een ochtend/middag- of middag/avondprogramma is, wordt u meestal uitgenodigd voor een uitgebreide lunch respectievelijk een uitgebreid diner. Overigens niet altijd even bevorderlijk voor het vervolgprogramma, want door het verzadigde gevoel verslapt zo nu en dan de aandacht en daarmee ook uw kennisopname. Aan het einde van de cursus tekent u de aftekenlijst af en schrijft u de PE-uren bij in het register.
De hierboven beschreven situatie komt nog al eens voor. Daarom hierna een aantal uitgangspunten waaraan trainingen voor accountants moeten voldoen.
Hoe moet de praktijk nu werken?
Over het algemeen heeft de accountant door het jaar heen een overvolle agenda. Naast zijn eigen werkzaamheden heeft hij veel afspraken bij cliënten en ook regelmatig interne overlegmomenten. Hij/zij werkt regelmatig met deadlines van de belastingdienst, van banken of van overige stakeholders van de klant. De werkdruk is aanhoudend hoog gedurende vrijwel het hele jaar. En lange dagen zijn geen uitzondering. In die situatie moeten ook nog even de PE-uren ingepland en tussendoor gevolgd worden.
Tegen deze achtergrond moeten trainingen voor accountants aan het volgende voldoen.
Organisatie
1. De trainingsduur moet niet te lang zijn
Pedagogisch gezien is het beter een training te volgen van 4 uur dan van 8. De opnamecapaciteit is bij 4 uur relatief groter. In dit verband geldt de regel: hoe langer de sessietijd hoe minder we relatief opnemen.
2. De aanrijroutes naar de locaties zijn beperkt qua afstand zeker bij 4 uur durende sessies
Dat betekent: minimaal 10 regionale locaties, geografisch verspreid in Nederland waar trainingen worden gegeven.
3. Rijksweghotels zijn minder aan te bevelen
Locaties bij deelnemers of bij klanten van deelnemers zijn veel persoonlijker. Voor de saamhorigheid onder uw collega’s-cursisten is dit zeker aan te bevelen. U leert elkaar beter kennen en het schept een andere band. Zeker wanneer de gastheer/gastvrouw in de gelegenheid wordt gesteld zijn of haar onderneming even te introduceren.
4. Inhoud, toepasbaarheid en duur van de training moeten in balans zijn met de cursusprijs
Vakinhoudelijk
5. Vergewis u dat de trainer een vak(deel)specialist is op het betreffende onderwerp
Als voorbeeld: geen algemeen fiscalist die op een specifiek fiscaal onderwerp een training verzorgt. Een dergelijke trainer heeft doorgaans veel te veel tijd nodig om het onderwerp voor te bereiden en eigen te maken. De cursusprijs zal daardoor alleen maar toenemen, nog afgezien van het vakinhoudelijk niveau.
Een goed voorbeeld is de BTW-specialist die vanuit zijn expertise exact weet tegen welke problematiek u als accountant aanloopt en die vanuit zijn specialisme een veel grotere parate kennis heeft om met u op niveau te klankborden of een discussie te voeren.
6. Een training moet vanzelfsprekend vakinhoudelijk interessant zijn, voor uw eigen kantoor en/of voor uw eigen klantendoelgroep
De onderwerpen en de verdieping sluiten aan bij de dagelijkse praktijk van de accountant.
7. De inhoud moet direct en vooral praktisch toepasbaar zijn
Geen theoretische modellen, maar praktische zaken die de volgende dag al ingezet kunnen worden
8. De trainer moet met enthousiasme het onderwerp weten over te brengen
Daarbij laat hij zich ondersteunen door diverse technische hulpmiddelen. In het geval van sheets, gebruikt hij een beperkt aantal. Bij een 4 uur durende training, niet meer dan 10 sheets.
9. De opzet en didactische werkvorm van een cursus is zo gekozen dat deze gepaard gaan met een actieve betrokkenheid van deelnemers
10. De organisatie rondom een training moet voor de accountant efficiënt georganiseerd zijn: inschrijving, betaling, datum en tijdstip, plaats
Trainingen vanuit een coöperatieve opzet
Onlangs hebben wij www.AHtrainingen.nl gelanceerd. Ahtrainingen.nl is het trainingenportaal van
’t AccountantHuis, specifiek voor (assistent) accountants c.q. bedrijfsadviseurs, (assistent) fiscalisten, salarisadministrateurs en -adviseurs. Het bijzondere aan onze trainingen is de coöperatieve opzet. Zo trainen onze leden de eigen collega-leden en werken we samen om individueel slagen te maken. Wij noemen dat een gedeeld eigenbelang. De komende maanden zullen diverse trainingen toegevoegd worden aan het inmiddels bestaande aanbod.
Klik hier voor AHtrainingen.nl.
Auteur:
Peter Paul Cornielje
Directeur Coöperatieve Vereniging ’t AccountantHuis U.A.