De eerste BTW aangifte 2024: waar op te letten?

Deel drie van een reeks artikelen van Carola van Vilsteren (Van Vilsteren BTW Advies).

In de eerste aangifte van een jaar moeten de volgende afrekeningen over het jaar dat voorafging worden opgenomen: 
    • Verzoek om teruggaaf in verband met jaarglobalisatie bij toepassing van de margeregeling (per kalenderjaar). De digitale BTW aangifte heeft hiervoor geen aparte rubriek. Daarom moet het verzoek volgens de Belastingdienst schriftelijk worden gedaan bij het betreffende belastingkantoor. 
    • Herrekening na toepassing van de forfaitaire berekeningsmethode I (per boekjaar). 

BTW en margeregeling

Een wederverkoper van margegoederen en een reisbureau (inclusief de touroperator) die de winstmarge op basis van globalisatie per tijdvak vaststelt moet na afloop van het boekjaar 2023 de winstmarges van alle aangiftetijdvakken salderen en het jaarsaldo (de jaarwinstmarge) vaststellen. Hieruit kan blijken dat minder BTW verschuldigd is dan de wederverkoper/het reisbureau in 2023 op aangifte heeft voldaan. De wederverkoper/het reisbureau kan de te veel afgedragen BTW door middel van een schriftelijk verzoek terugvragen in het eerste aangiftetijdvak na afloop van 2023. Bij een negatieve jaarwinstmarge moet de inspecteur verzocht worden om de jaarwinstmarge op het negatieve bedrag vast te stellen. Deze negatieve jaarwinstmarge mag vervolgens verrekend worden met de positieve jaarwinstmarge van 2024.

BTW en forfaitaire berekeningsmethode 

Aan het einde van een boekjaar moet de over het hele jaar verschuldigde BTW worden herrekend. In de verschillende tijdvakken wordt onderdompeling van de winkelwaarden van alle inkopen t/m dat tijdvak. Bij de herrekening wordt uitgegaan van de winkelwaarden van de in het jaar verkochte inkopen (beginvoorraad + inkopen – eindvoorraad). Ook moet aan het einde van het jaar het privégebruik zoals hierboven in aanmerking worden genomen.

Blijkt na de herrekening dat per saldo te weinig wordt aangegeven, dan moet de restant bij de eerste aangifte van het volgende boekjaar worden aangegeven bij vraag 1c.

Als een ondernemer per saldo te veel heeft aangegeven, kan hij het te veel betaalde terugvragen. De BTW aangifte kent geen aparte rubriek meer. Het verzoek om teruggaaf kan per afzonderlijke brief worden gedaan of in de suppletieaangifte die meestal na afloop van een jaar wordt ingediend. 

Geef te betalen BTW oude jaren tijdig aan via een BTW suppletieaangifte

Staat op de balans nog een BTW-schuld over het boekjaar? Meldt deze BTW-schuld dan zo snel mogelijk bij de Belastingdienst middels een ‘suppletie omzetbelasting’. Op deze manier wordt voorkomen dat heffingsrente en boete verder oplopen. De BTW suppletie moet worden gedaan vóórdat de ondernemer weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de Belastingdienst met de desbetreffende onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden. Doet de ondernemer tijdig een suppletieaangifte, dan krijgt hij alleen een verzuimboete wegens het niet of niet tijdig betalen van de verschuldigde BTW. Deze tijdige suppletie wordt een ‘vrijwillige verbetering’ genoemd. Opname in de jaarstukken van de BTW-schuld met toelichting wordt in beginsel niet aangemerkt als een vrijwillige verbetering. Bij constatering zal de Belastingdienst een naheffingsaanslag opleggen waarbij een boete van 50% (opzet) niet is uitgesloten. Het is daarom van belang dat de BTW suppletieaangifte wordt ingediend voordat de aangifte inkomstenbelasting/ vennootschapsbelasting wordt ingediend.

Wettelijk gezien bedraagt de boete bij een vrijwillige verbetering 5%, met een maximum van € 5.514. Als het te betalen BTW-bedrag als gevolg van de suppletie niet hoger is dan € 20.000 of 10% van de eerder per saldo betaalde of terugontvangen BTW over dat tijdvak, wordt geen boete opgelegd. De ervaring leert dat de Belastingdienst in de praktijk geen verzuimboetes meer oplegt bij het opleggen van naheffingsaanslagen als gevolg van vrijwillige verbeteringen. Dit is het gevolg van Nederlandse jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin is bepaald dat informatie die een ondernemer verstrekt op grond van een wettelijke mededelingsplicht, niet gebruikt mag worden als motivatie voor het opleggen van een boete.

De Belastingdienst kan een aanvullende vergrijpboete (maximaal 100%) opleggen als de ondernemer niet (tijdig) voldoet aan haar informatieverplichting. Met andere woorden als bij een geconstateerde onjuistheid die vermeld wordt op de balans géén suppletieaangifte wordt ingediend, kan een vergrijpboete van maximaal 100% worden opgelegd! Wordt later dan drie maanden na afloop van het boekjaar waarop de suppletie ziet de suppletie gedaan, dan wordt belastingrente berekend.

Correcties van € 1.000 of minder aan terug te vragen BTW of te betalen BTW hoeven niet via een BTW-suppletie te worden ingediend, maar mogen via de eerstvolgende BTW-aangifte worden aangegeven. 

Correctie bij oninbare vorderingen 

Voor facturen die zijn uitgereikt maar nog niet zijn betaald, geldt dat recht bestaat op teruggaaf van de afgedragen BTW. Voor deze BTW-teruggraaf geldt dat de vordering in ieder geval oninbaar is na één jaar na het verstrijken van de uiterste betalingstermijn. De BTW wordt teruggevraagd op de normale BTW-aangifte door het factuurbedrag als negatieve omzet aan te geven in vraag 1a of 1b.

Conclusie 

De laatste BTW aangifte van het jaar zal altijd meer tijd in beslag nemen omdat de BTW correcties over het betreffende jaar verwerkt moeten worden. In sommige branches moeten ook nog BTW correcties 2023 gemaakt worden in de eerste aangifte van 2024. Correcties over oude jaren worden verwerkt in een BTW suppletie aangifte.

Gerelateerde artikelen