De beroepseed: zin of onzin?

Over de beroepseed voor accountants is de afgelopen weken veel te doen geweest, waaronder diverse publicaties. Joost Groeneveld RA RV, accountant in business, geeft aan de eed niet te zullen afleggen (Accountancy Vanmorgen, 15 juni 2016), Arnout van Kempen (Accountant, 20 juni 2016) en Fou-Khan Tsang RA, openbaar accountant, reageert dat hij de eed juist wel zal afleggen (Accountancy Vanmorgen, 21 juni 2016). Joost Groeneveld en Fou-Khan Tsang motiveren hun keuze op geheel eigen wijze. Anne-Marike van Arkel, algemeen directeur van de NBA ‘reageert’ met een artikel over beroepstrots (Accountant, 28 juni 2016). Of de beroepseed voor accountant nu zin of onzin is, de invoering ervan is een feit.

Joost Groeneveld steekt zijn kritiek op onze beroepsorganisatie, de NBA, niet onder stoelen of banken. De eed zou in een achterkamertje zijn bedacht en de NBA reageert nergens op. Dat laatste weten we nu zo onderhand wel schrijft hij. Voor de goede orde, tot de invoering van de beroepseed is in de laatste Algemene Ledenvergadering van de NBA besloten. Een algemene ledenvergadering waarvoor alle in het register ingeschreven RA’s en AA’s volgens de voorschriften zijn uitgenodigd. Op deze vergadering was slechts een handvol leden daadwerkelijk aanwezig, waaronder ik. Ook met de aan hen toegekende stemrechten van niet aanwezige leden was het aantal daadwerkelijk uitgebrachte stemmen minimaal in relatie tot het totale aantal RA’s en AA’s.

Anne-Marike van Arkel schrijft dat zeker is dat zo’n 70 procent van de NBA-leden voor invoering van de eed stemden. Gezien het daadwerkelijk aantal aanwezige leden had in deze zin voor de volledigheid uiteraard het woord “aanwezige” moeten worden toegevoegd. Maar goed, de niet-aanwezige leden hebben deze keus zelf gemaakt en leggen zich dus blijkbaar neer bij de besluitvorming van de algemene ledenvergadering. Als dat niet zo is, zouden deze leden toch wel aanwezig zijn geweest en om spreektijd hebben gevraagd bij de voorzitter?

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik me heb verbaasd over het gebruik van het woord ‘accountant’ enerzijds en de titels RA en AA anderzijds. Ik weet niet beter dan dat RA staat voor Registeraccountant en AA voor Accountant-Administratieconsulent. Hoezo dan onderscheid tussen enerzijds accountants en anderzijds RA’s en AA’s? “Accountant” is in Nederland een beschermde term die niet door iedereen mag worden gevoerd, maar uitsluitend door RA’s, AA’s en organisaties waar deze titelhouders werkzaam zijn.

Blijkbaar leefde ‘het publiek’ reeds in de veronderstelling dat accountants een beroepseed aflegden. ‘Het publiek’ tussen aanhalingstekens, als wetenschapper kan ik weinig tot niets met dergelijke omschrijvingen. Volgens Anne-Marike van Arkel hoort een eed bij elk maatschappelijk beroep dat wettelijk is geregeld. In deze context beschouwd is de invoering van de beroepseed voor accountants misschien ook wel te beschouwen als een reparatiemaatregel (in het publiek belang) van een omissie in de Wet op het Accountantsberoep. Anderzijds, de Eed voor verpleegkundigen en verzorgenden, geregistreerde beroepsgroepen voor wie tuchtrechtspraak mogelijk is, is ook niet bij wet geregeld (bron: www.venvn.nl/Themas/Beroepscode/Eed-van-Verpleegkundigen-en-Verzorgenden).

Of de beroepseed daadwerkelijk iets toevoegt voor onze beroepsgroep zal moeten blijken. Voor accountants functioneert al jaren een uitstekende tuchtrechtspraak, zoals dat ook bij artsen en advocaten het geval is. Dat kan een verklaring zijn dat de gedachte bestond dat accountants reeds een beroepseed aflegden. Accountants, openbaar, intern of in business, zijn dan ook al jaren aanspreekbaar op de geldende normen en waarden. Voor de stelling van Anne-Marike van Arkel dat accountants daarop door de beroepseed sterker aanspreekbaar zijn voor de samenleving is vooralsnog geen bewijs aanwezig. Wellicht een onderwerp van onderzoek in de (nabije) toekomst.

Beroepseed of niet, zin of onzin, er zullen ongetwijfeld beroepsgenoten zijn die de eed wel afleggen, maar zich vervolgens (of nog steeds, als dat nu ook al het geval is) niet aan de voor accountants geldende normen en waarden houden. Net zoals dat bij artsen, advocaten, notarissen en/of kamerleden het geval is. Tegen deze accountants kan actie worden ondernomen via de bestaande tuchtrechtspraak, een actie waarvan eerder meer dan minder gebruik wordt gemaakt, ook reeds nu.

De oplettende lezer heeft in deze column – inderdaad – geen rechtstreekse uitspraak gezien met mijn mening over de beroepseed voor accountants. Na ruim 22,5 jaar in de openbare accountancy, waarvan inmiddels ruim 17 jaar als afgestudeerd registeraccountant, zal de invoering van de eed niets veranderen aan de wijze waarop ik mijn beroep uitoefen. Feit is dat de eed de bewustwording op mijn functioneren als openbaar accountant heeft aangewakkerd. Een bewustwording die waarschijnlijk voor meer accountants geldt. Deze bewustwording is dan in ieder geval een stuk toegevoegde waarde van de beroepseed. Kortom, ik leg in lijn met het rechtsgeldige besluit van de algemene ledenvergadering de eed af, maar zal daaraan geen ruchtbaarheid geven.

[Drs. Olivier Walravens RA is manager Audit/Vaktechniek bij ALH van Herwijnen & co accountants te Tiel. Hij schrijft zijn bijdragen op persoonlijke titel.]