Curator zoekt via Accountantskamer naar oorzaak faillissement

Waarom zag de accountant geen reden om te twijfelen aan de continuïteit van een miljoenenbedrijf terwijl het een halfjaar later failliet ging? Die vraag stelde de curator van Florimex vrijdag in een zaak bij de Accountantskamer.

In april 2013 gingen Florimex en aanverwante bedrijven failliet. Het was een handelshuis in bloemen met een jaaromzet van circa 210 miljoen euro met vestigingen in onder meer Nederland, Duitsland, Portugal en Spanje. Er werkten honderden mensen. Tot op de dag van vandaag is het de curator onduidelijk waarom deze groep bedrijven failliet ging. Voor hem cruciale informatie wordt niet verschaft door de accountant en door zijn kantoor, Deloitte.

Niet de RA maar de bedrijfsjurist ging in op de herhaalde verzoeken van de curator om informatie. De klager meent dat juist de accountant zelf verantwoording moet afleggen, zeker niet de bedrijfsjurist. De curator zei ‘hard tegen de muren van een van de grotere accountantskantoren’ te zijn opgelopen. ‘Dan worden zaken verborgen gehouden, zo bekruipt mij het gevoel, of dat het dossier wellicht niet op orde was.’ Hij voelt zich niet gehoord. ‘Er wordt mij gezegd: doe eerst onderzoek, wordt meer concreet en dan gaan we – misschien – reageren.’ Door de weigering tot medewerking heeft hij extra kosten moeten maken.

‘Kasrondje’

Dan was er nog een tweede klacht. ‘Het euvel dat het de accountant aan kennis ontbrak om een deugdelijk oordeel te hebben over de continuïteit van Florimex. Het blijft onduidelijk hoe hij tot zijn ongeclausuleerde oordeel is gekomen.’ Zeer kort voor de publicatie van de jaarrekening 2011 hadden twee belangrijke gebeurtenissen plaats. Aandeelhouder Bencis besloot 2 miljoen euro beschikbaar te stellen als lening. ‘Maar 1 miljoen ging direct terug naar Bencis vanwege achterstallige huur. Een kasrondje dus.’ Daarnaast was er nog sprake van een claim van de fiscus van zeker 1,1 miljoen euro waarvoor eerder uitstel was gekregen. De accountant had de onderbouwing tot continuïteit grondig moeten onderzoeken, meent de klager. ‘Maar uit niets is me gebleken dat dit het geval was.’ De accountant had wel degelijk informatie dat het niet goed ging met de onderneming. Een maand na ondertekening van de jaarrekening poogde Florimex een ontslagvergunning voor 45 medewerkers van een dochterbedrijf te krijgen. Ter onderbouwing stond in een brief dat er een te verwachten verlies was van ruim 3,2 miljoen. ‘En diezelfde financiële informatie wordt door de verweerder in deze procedure gebruikt om aan te tonen dat er geen problemen waren.’

Hartenkreet

De advocaat van de accountant zei zich te ergeren aan de hartenkreet van de curator. ‘Hij praat een halfuur tegen u aan zonder iets te zeggen. Niets over de cijfers, niets over wat in het bedrijf gebeurd is.’ Hij zegt dat hij niet weet waar zijn cliënt zich tegen moet verweren. ‘Slechts in een zin stelt de curator dat hij twijfelt aan de werkzaamheden van mijn cliënt.’ Ja, er waren tegenvallers. Met name tegenvallende leveranties aan klanten Lidl en Aldi en de strenge vorst. ‘Dit leidde tot enige liquiditeitskrapte, maar er werd een regeling getroffen met de fiscus en er was de lening van Bencis. Een deel van die lening is gebruikt om te herstructureren en 1 miljoen ging cash in de vennootschap. Maar van het onontkoombaar zijn van discontinuïteit was geen sprake.’ Ook de leden van de Accountantskamer vroegen zich af wat de klacht nu precies behelsde. Waarom wilde de curator meer aanleg van de accountant? Waaraan twijfelde hij? De curator bleef erbij dat hij wil weten op basis van welke informatie de accountant de continuïteit beoordeeld heeft.

Vonnis over circa 10 tot 15 weken.

Zaaknr. 15/2163,

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen