Cryptocurrency en belastingheffing 2025

Hopen op box 3 is beter dan betalen via box 1.

De Bitcoin heeft dit jaar de magische grens van 100.000 dollar doorbroken. Na wat kleine correcties lijkt het erop dat de stijgende trend wordt voortgezet. In een bullmarket liggen de kansen voor het oprapen, maar wil je zorgeloos kunnen genieten van het opgebouwde inkomen of vermogen, dan is het van belang om goed te kijken naar de administratieve verplichtingen en uiteraard de belastingheffing.

Hoe de belegger wordt belast
Het handelen in cryptovaluta kan grofweg worden onderscheiden in de volgende strategieën:

  1. HODL-strategie ‘Hold on for dear life’: de cryptomunten worden aangekocht en voor langere tijd aangehouden in de hoop dat de koers stijgt (regelmatige aan- en verkoop kan hier ook onder vallen);
  2. daytrading: bij deze handelsstrategie worden de cryptovaluta aangekocht en kortstondig aangehouden ‘in een positie’ voor minuten of uren maar vaak niet langer dan een dag. Als een positie wordt ingenomen kan ook met leverage (een hefboom) worden gehandeld;
  3. swing trading: de belegger probeert te profiteren van koersschommelingen, ofwel ‘swings’, op korte tot middellange termijn. De posities worden dagen of enkele weken aangehouden, korter dan HODL en langer dan daytrading;
  4. daytraden met behulp van een trading bot: de transacties worden verricht op basis van een daartoe ontwikkeld algoritme.

Om te kunnen beoordelen of inkomsten uit cryptohandel in box 1 dan wel box 3 vallen, is het van belang om te kijken naar het fiscale beoordelingskader. Als vuistregel geldt dat belastingheffing plaatsvindt in box 1 als een ‘bron van inkomen’ aanwezig is. Dat is het geval als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  1. deelname aan het economisch verkeer: niet uitsluitend in privékring of slechts hobbymatig;
  2. een subjectieve voordeelverwachting is aanwezig: er wordt voordeel beoogd;
  3. een objectieve voordeelverwachting is aanwezig: het voordeel kan redelijkerwijs worden verwacht.

Bij de handel in cryptovaluta is het in de meeste gevallen een vaststaand gegeven dat aan de eerste twee voorwaarden is voldaan. Het is nu juist de laatste voorwaarde waar bij de handel in cryptovaluta niet snel aan wordt voldaan. Wegens de extreme mate van volatiliteit is het moeilijk om op voorhand vast te stellen dat het voordeel met de transactie ‘redelijkerwijs kan worden verwacht’.

Box 3
Door de volatiliteit is het zelfs voor doorgewinterde handelaren niet mogelijk om structureel voordeel te behalen met hun transacties. Over het algemeen kan daarom worden gesteld dat de cryptomarkt speculatief van aard is. Als sprake is van speculatie, dan is een objectieve voordeelverwachting niet aanwezig en is een sprake van een bron van inkomen niet aanwezig. De met de handel in cryptovaluta behaalde resultaten zijn in de meeste gevallen dan ook belast in box 3.

Rechtspraak nog in ontwikkeling
Het onderscheid tussen belaste transactievoordelen (box 1) en onbelaste speculatievoordelen (box 3), is of het behaalde resultaat redelijkerwijs ‘beïnvloedbaar’ is door het handelen van de belastingplichtige. Is dat niet het geval, of is de mate van beïnvloeding (zeer) gering, dan is sprake van speculatie.

De rechtspraak op dit punt is nog vol in ontwikkeling. Uit de spaarzame uitspraken valt op te maken dat als op één beurs wordt gehandeld en wordt ingezet op het koersverloop, dat sprake is van speculatie. Het resultaat waarop wordt ingezet – waardestijging- of daling – kan immers niet worden beïnvloed door degene die de cryptovaluta aankoopt.

Dit kan is te vergelijken met het aankopen van een aandeel op de reguliere markt. Als daarentegen wordt gehandeld op verschillende beurzen en gebruik wordt gemaakt van imperfecties tussen die beurzen, komt een redelijke voordeelverwachting in zicht. Wel moet dan sprake zijn van structureel positieve resultaten. Een voorbeeld hiervan is het resultaat uit arbitragehandel.

Wat betekent dit voor de handelsstrategieën?

HODL, daytrading en swingtrading
Bij de HODL-strategie is sprake passief beleggen. Er wordt aangekocht en afgewacht tot de koers stijgt. Bij daytraden is sprake van actief beleggen, waarbij voor korte tijd wordt aangekocht dan wel een long of short positie wordt ingenomen. In beide gevallen is het resultaat afhankelijk van het koersverloop en het koersverloop is (in beginsel) niet beïnvloedbaar door de arbeid of inspanningen van de belastingplichtige.

Daytrading met behulp van een trading bot
Het daytraden met behulp van een trading bot kenmerkt zich doordat in een korte tijd een veelvoud aan transacties kunnen worden verricht, soms wel duizenden op een dag. Het snel en veelvoudig kunnen verrichten van transacties biedt de mogelijkheid om in te spelen op kortstondige prijsverschillen op verschillende beurzen (arbitrage). Het voordeel is minimaal, vaak maar een paar cent, maar leidt door de omvang van de transacties tot een aardig voordeel. Het risico bij het aangaan van de transacties is door de snelle aan- en verkoop gering, waardoor bij structureel positieve resultaten wordt gesproken over een voorzienbaar voordeel.

Let op: als met behulp van een trading bot een HOLD-Strategie wordt gehanteerd, aan daytrading of swingtrading wordt gedaan, op één beurs, dan wordt geen gebruik gemaakt van marktimperfectie en is alsnog sprake van speculatie. In die gevallen wordt namelijk steeds ingezet op het (niet beïnvloedbare) koersverloop.

Hoeveel belasting betaal je over cryptovaluta?
Bij belastingheffing in box 1 wordt gekeken naar het resultaat dat is behaald over het gehele jaar: de periode 1 januari tot en met 31 december. Voor de heffing in box 3 is uitsluitend de waarde van het vermogen relevant op de peildatum: 1 januari van elk jaar.

Het box 3-stelsel is in het afgelopen decennium onderwerp van discussie geweest. De heffing was gebaseerd op een verondersteld (fictief) rendement van vier procent het gehele spaarvermogen. Dat rendement bleek in de laatste jaren echter niet haalbaar waardoor volgens de Hoge Raad inbreuk werd gemaakt op het recht op eigendom.

Voor de jaren 2023 tot de invoering van het nieuwe stelsel is overbruggingswetgeving ingevoerd. Op basis daarvan wordt (nog steeds) uitgegaan van een forfaitair rendement, een fictief rendement. De keuze voor het onderscheid is gelegen in de gedachte dat geld op een spaarrekening in het huidige tijdperk weinig oplevert en het beleggen van het vermogen juist wel (meer) rendeert. Deze rendementspercentages worden jaarlijks geactualiseerd.

Belastingheffing in 2025
In het onderstaande overzicht is te zien dat in box 1 een schijvenstelsel wordt gehanteerd op basis waarvan progressief wordt geheven tot 49,50 % over het inkomen. Voor box 3 geldt dat onderscheid wordt gemaakt tussen vermogen (bezittingen) bestaand uit sparen of beleggen, en dat de rendementsgrondslag wordt bepaald door het saldo van de (specifieke) bezittingen en de schulden.[5] Voor de verschillende elementen geldt een afzonderlijk rendementspercentage.

Box 1: inkomen uit werk en woning (2025)

Schrijven Inkomen Tarief
1e schijf € 0 t/m € 38.441 35,82%
2e schijf € 38.441 – € 76.817 37,48%
3e schijf Vanaf € 76.817 49,50%

Box 3: inkomen uit sparen en beleggen (2025)

Soort Rendementspercentage Berekening
Banktegoeden 1,44% +
Beleggingen/overig 5,88% +
Schulden 2,62% -/-

De tabellen laten zien dat het nog altijd ‘goedkoper’ is om te worden belast in box 3 in plaats van in box 1.

Een exemplarisch rekenvoorbeeld: Over een (netto) inkomen uit cryptohandel van € 100.000 wordt in box 1 ongeveer 40% belasting geheven.[6] Over € 100.000 aan cryptovermogen in box 3 wordt daarentegen ongeveer 2,1% aan belasting geheven. Eventuele spaartegoeden en/of schulden kunnen dat percentage overigens beïnvloeden, ook dient rekening te worden gehouden met het heffingsvrije vermogen dat voor 2025 op € 57.684 is gesteld. Na het vaststellen van de rendementspercentsages wordt het saldo van de bezittingen en schulden tegen 36% belast.

Als de cryptocurrency niet is opgegeven bij de Belastingdienst
Heb je je crypto inkomsten of vermogen niet (volledig) opgegeven bij de Belastingdienst? Dan ben je niet de enige, maar het is verstandig om dit alsnog te doen. Met de invoering van Europese regelgeving (bijvoorbeeld DAC 8) is het een kwestie van tijd voordat de fiscus informatie krijgt over wie cryptovermogen heeft.

Alsnog aangifte doen over inkomsten en vermogben staat bekend als het ‘verbeteren van aangiften’, ofwel ‘inkeren’. Als het verbeteren van de aangiften vrijwillig gebeurt, voordat de fiscus het verborgen vermogen op het spoor is, geeft dat aanleiding tot matiging van de boete.

Maar ook als de fiscus je al een vragenbrief heeft gestuurd en dus ‘op het spoor is’, is het verstandig om aan te sturen op de procedure ter verbetering van aangiften. Het geven van openheid van zaken en een meewerkende houding worden als strafverminderende omstandigheden gezien en kan in excessieve gevallen voorkomen dat strafrechtelijk wordt vervolgd.

 

 

Gerelateerde artikelen