CPB-studie over invloed belastingverandering op inkomen zelfstandigen

Zelfstandigen met een lager inkomen reageren sterker op een belastingverandering dan zelfstandigen met een hoger inkomen. Ook reageren zelfstandigen sterker op financiële prikkels dan werkenden met looninkomen.

Dit blijkt uit de vandaag door het Centraal  Planbureau (CPB) gepubliceerde studie ‘The Elasticity of Taxable Income for the Self-Employed: Heterogeneity across Reforms and Income Levels’. Hierin staat de vraag centraal in hoeverre het belastbaar winstinkomen van zelfstandigen reageert op een verandering van de belastingtarieven. Het CPB keek daar voor naar belastinghervormingen in de periode 1999-2012 om te achterhalen in hoeverre zelfstandigen hun winst aanpasten aan de nieuwe tarieven.

Het CPB vindt allereerst dat de elasticiteit van het winstinkomen 0,3 bedraagt. Dit betekent dat het belastbaar inkomen van zelfstandigen met 0,3% stijgt als het marginale tarief met 1% daalt. “We vinden grote verschillen in de aanpassing van het winstinkomen naar inkomenshoogte, grootte van de hervormingen en bron van inkomen. Zelfstandigen met een lager inkomen reageren sterker op een belastingverandering dan zelfstandigen met een hoger inkomen. En zelfstandigen reageren sterker op de grote belastingherziening van 2001 dan op de kleinere hervormingen van de zelfstandigenaftrek in 2005 en de introductie van de MKB-winstvrijstelling in 2007. We vinden echter weinig verschillen tussen demografische groepen, zoals tussen mannen en vrouwen of naar opleidingshoogte. Ten slotte tonen we aan dat zelfstandigen sterker reageren op financiële prikkels dan werkenden met looninkomen.”

Zelfstandigen hebben meer mogelijkheden dan werknemers om hun inkomen aan te passen. Zo kunnen zelfstandigen eenvoudiger minder inkomen opgeven of minder inkomen genereren door uren of investeringen aan te passen. Daarnaast hebben ze meer recht op vrijstellingen en aftrekposten. Het huidige onderzoek kan hier echter geen onderscheid in maken.

Gerelateerde artikelen