CPB: slimmere belasting op auto’s kan veiligheid vergroten

Voertuigveiligheid kan doelgerichter worden beprijsd, waardoor de prijs van veilige auto’s daalt en die van onveilige auto’s stijgt.

Dit blijkt uit het zojuist verschenen onderzoek ‘De fiscale behandeling van voertuigveiligheid’ van het Centraal Planbureau.

Er zijn nu nog grote verschillen tussen voertuigen in de mate waarin ze bescherming bieden bij een botsing. Dit geldt voor zowel inzittenden, als voor voetgangers en fietsers. Daarnaast zijn voertuigen in verschillende mate in staat om ongevallen te vermijden, omdat ze niet over dezelfde veiligheidssystemen beschikken. Het gebrek aan aandacht voor de veiligheid van voertuigen is opvallend, want veiligheid is veruit de grootste maatschappelijke kostenpost van mobiliteit.

De negatieve maatschappelijke effecten van autorijden door emissies, geluid en verkeersveiligheid worden (gemiddeld) al in rekening gebracht bij automobilisten (zie figuur). De huidige brandstofaccijns is min of meer even hoog als de maatschappelijke kosten van milieu, geluid en verkeersonveiligheid. Door gerichte prikkels kan wenselijk gedrag echter sterker worden gestimuleerd. Zo is er de laatste decennia steeds meer aandacht gekomen voor het beprijzen van de milieukosten van mobiliteit. Er zijn echter geen gerichte prikkels om de veiligheid van auto’s te vergroten, terwijl de maatschappelijke baten daarvan relatief groot zijn. Deze prikkels zorgen ervoor dat veilige auto’s goedkoper worden en onveilige duurder

Er zijn meerdere mogelijkheden voor het stimuleren van de aanschaf van veilige auto’s. Een voor de hand liggende mogelijkheid is om de autobelastingen (bpm en/of mrb) niet alleen te differentiëren naar CO2-uitstoot, maar ook op basis van de maatschappelijke veiligheidskosten van een voertuig. Volgens het onderzoek is verkeersveiligheid een grotere maatschappelijke kostenpost is dan emissies (CO2, NOx en fijnstof) per voertuigkilometer. Daarnaast blijkt de huidige accijns de maatschappelijke kosten van milieu, geluid en verkeersonveiligheid al bij de automobilist in rekening te brengen. Het CPB  pleit dan ook niet voor een nieuwe belasting, maar voor het beter differentiëren van bestaande belastingen.

Naast beprijzen zijn er ook andere beleidsopties. Zo kan de informatievoorziening richting consumenten worden verbeterd. Het stellen van minimumveiligheidseisen in EU-verband is ook een goede (en momenteel veelgebruikte) beleidsoptie, maar verlaagt slechts de maatschappelijke kosten zonder die in rekening te brengen. Ook doen verzekeraars experimenten met lagere tarieven als klanten bepaalde veiligheidssystemen hebben. Dit heeft echter een zeer beperkte invloed op de aanschafbeslissing van een auto, hét moment waarop mensen moeten kiezen of ze voor een veiligere auto gaan. De optimale vormgeving van voertuigveiligheidsbeleid is een onderwerp voor toekomstig onderzoek. 

Gerelateerde artikelen