Correcte (navorderings)aanslagen en boetes voor belastingadviseur
Eiser exploiteert in de vorm van een eenmanszaak een administratie- en belastingadvieskantoor. Zijn echtgenote exploiteert op hetzelfde adres eveneens een administratiekantoor. Aan eiser zijn voor de jaren 1992 tot en met 2002 navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd. Tevens zijn verhogingen en vergrijpboetes opgelegd en is ten aanzien van alle navorderingsaanslagen bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Voor latere jaren zijn correcties aangebracht bij de aanslagregeling.
Ter zitting van Rechtbank Gelderland is komen vast te staan dat correcties ten aanzien van niet aangegeven buitenlands vermogen, dat is opgelopen tot € 600.000, en daarmee samenhangende boetes niet langer in geschil zijn.
Eiser, op wie ten deze de bewijslast rust, heeft niet aannemelijk gemaakt dat zijn lijfrentepolis tijdig is aangepast aan de daaraan door de Wet IB 2001 gestelde voorwaarden. Dat betekent dat de Inspecteur de betaalde lijfrentepremie terecht niet in aftrek heeft toegestaan. Ook alle overige correcties blijven in stand.
Eiser heeft de grenzen der redelijkheid overschreden door een garage/archiefruimte volledig tot het ondernemingsvermogen te rekenen, terwijl het zakelijk gebruik minimaal is. Aan eiser zijn voor de jaren 2002 en 2003 voorts terecht boetes opgelegd ter zake van de uit de etikettering van de garage/archiefruimte en bijbehorende bestrating als ondernemingsvermogen voortvloeiende correcties. Van een pleitbaar standpunt is geen sprake, mede in aanmerking genomen dat eiser belastingadviseur is.
De opgelegde boetes worden wel met 15% verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
(Bron: Fiscanet)