Coronavirus en fraude
Door Ernest Ouwejan
Het coronavirus houdt de wereld in zijn greep. We worden er bang van omdat het zo onuitroeibaar is. Ik had nog nooit van een coronavirus gehoord. Maar er zijn er meerdere van; in laboratoria zijn er heel wat stammen geïsoleerd. Zeven daarvan kunnen mensen ziek maken. Van sommigen krijg je alleen maar een verkoudheid. Andere veroorzaken Covid-19; heel wat ernstiger.
Een virus leeft vaak in een soort gastheer. Bij het coronavirus is dat een vleermuis. Soms springt een virus over van de ene soort naar de andere. Soms rechtstreeks, soms via een andere soort, die dan een vector wordt genoemd. Zo is de teek bijvoorbeeld de vector van de ziekte van Lyme waar knaagdieren de bron van zijn.
Vleermuizen hebben drie eiwitten, interferonen genaamd, die genen ‘aan’ zetten als een ziekteverwekker het lichaam binnendringt. Wij mensen hebben die interferonen ook. Maar wij hebben er twaalf. Onze twaalf interferonen zijn standaard niet geactiveerd omdat dat teveel energie zou vergen. De drie interferonen van vleermuizen kunnen permanent geactiveerd zijn.
Vleermuizen hebben mede daardoor unieke eigenschappen, waarbij ze virale infecties tolereren zonder overmatige ontsteking terwijl ze virale verspreiding onderdrukken. In situaties van stress (bijvoorbeeld als ze uit hun winterslaap ontwaken) wordt dat mechanisme minder en kan het virus zich toch weer verspreiden.
Het is een boeiende gedachte: het virus blijft als het ware gecontroleerd actief in de vleermuis. Het is er wel en het is zelfs actief, maar de vleermuis heeft er controle over. Waarbij stress dat evenwicht kan verstoren.
Fraude
En opeens moest ik denken aan de accountant. In verband met fraude. En u moet weten dat ik in 2017 en in 2019 enkele honderden accountants heb getraind rond het thema frauderisicofactoren. Een door de NBA verplicht gestelde training. In al die maanden kwam ik accountants tegen bij wie ik een zekere frustratie ontdekte. Zij hadden allemaal ook de berichtgeving gelezen over de verontrustende schandalen waar accountants (zijdelings) bij betrokken waren. Zij snapten allemaal ook wel dat je als accountant daar wat mee moet. Tegelijk vonden zij dat zij er als accountant ook van alles aan doen. Zij oefenen hun vak uit met passie en vanuit een integere houding. Dat geldt voor de individuele accountant en ook voor de kantoren.
Fijn trouwens om te lezen in het MCA-rapport dat dat ook wordt gezien. Bijvoorbeeld randnummer 97 op blz.66: “ook onderwerpen zoals het publiek belang en fraude, krijgen beleidsmatig en in de uitvoering nadrukkelijker aandacht.”
Wat ik als gedragsdeskundige heb gepoogd duidelijk te maken in die trainingen is dat wij mensen gevoelig zijn voor fraude (o.a. Dan Ariely heeft dat in talrijke onderzoeken aangetoond). We hebben de neiging om als we tot fraude worden verleid, dat ook te laten gebeuren. Daarnaast is er ook een andere kracht actief. We willen ook gewoon integere mensen zijn. Dat maakt dat als mensen frauderen ze niet tot het maximale gaan. Ze frauderen totdat hun integriteit aanslaat.
Op de markt bijvoorbeeld zou een marktkoopman een blinde koper makkelijk de slechtste tomaten kunnen meegeven. Maar uit onderzoek blijkt het tegendeel. De blinde koper krijgt de béste tomaten mee. Ziedaar de integriteitsdrive in actie.
Een voorbeeld waarin veel mensen de spanning tussen die twee krachten kunnen voelen: de kassière geeft je 10 euro te veel terug. Wat doe je?
En nu, gedachte-experiment: dezelfde kassière, dezelfde fout van 10 euro; maar nu is de kassière tijdens haar werk aan de kassa aan het bellen met iemand en heeft totaal geen oog voor jou; de producten gaan mechanisch langs de scanner en ze maakt geen contact; en jij wordt daar logischerwijs chagrijnig van.
Onderzoek wijst uit dat in een dergelijk scenario de fraudedrive sterker wordt; je hebt de neiging het haar betaald te zetten door die tien euro niet terug te geven: net goed.
Best begrijpelijk; echter niet integer. Je neemt geld mee, dat je niet toe komt.
Wij mensen zijn er goed in om allerlei redenen te verzinnen (rationalisaties) waardoor we onszelf als integer kunnen blijven zien, ook als we (een beetje) hebben gefraudeerd. Best gênant.
Ondernemers kunnen dit dus ook. Dat hoor ik van accountants in heel veel verhalen en situaties terug. (Ik ben trouwens zelf ook ondernemer…)
Ook accountants kunnen dit. Denk bijvoorbeeld aan het gedrag van KPMG waar zij in de VS een flinke boete voor ontvingen.
Eén van de redenen waarom we soms in onze integriteit wat verschuiven, zit in ons eigenbelang. We zijn niet heel goed in staat om integer te blijven als ons eigenbelang meespeelt. Dat kan heel onbewust werken. Je bent je van geen kwaad bewust, terwijl je eigenbelang je toch op sleeptouw heeft genomen.
Het virus
Nu heb ik niet de oplossing voor dit ingewikkelde probleem. Maar tegelijk zie ik in het virus en in de vleermuis wel een denkrichting. Een virus is eigenlijk een heel treffende metafoor voor fraude. Het begint meestal met iets kleins, dat je nog wel kan wegredeneren. Dan komt de volgende stap die ook weer wordt weggeredeneerd. Net zoiets als: ik hoest wat, naar ik ben gewoon verkouden; ik heb wat koorts, maar dat gebeurt wel vaker; ik ben wat kortademig maar ik heb ook wel wat te hard gewerkt. Ondertussen wroet het virus door. Ondertussen wroet de fraude door. En als die fraude doorwroet, dan blijkt het ook heel besmettelijk te zijn. Mijn gehoest wordt zomaar overgenomen door collega’s en anderen om mij heen. Mijn fraudegedrag is zomaar het nieuwe normaal. Iedereen doet het toch? En voor je het weet schuif je naar beneden op het hellende vlak en wordt de fraude een epidemie of zelfs een pandemie.
Overigens zijn de symptomen van het virus soms afwezig. Het virus is er wel, maar je merkt het niet. Sommigen weten oprecht niet, dat dat wat ze doen frauduleus is.
De vleermuis
Maar in de heftigheid van de verwoesting die het virus kan aanbrengen is daar de vleermuis. Hij heeft het virus onder de leden. Maar hij heeft zichzelf zodanig gemodificeerd dat het virus onder controle blijft. De ziekte blijft als het ware latent actief en op een zodanige manier dat het virus zich niet verder vermenigvuldigt. Overigens kan het bij de vleermuis wel degelijk fout gaan. Het evenwicht dat hij heeft met het virus kan bijvoorbeeld door stress ongedaan worden gemaakt en dan kan ook de vleermuis voor de bijl gaan.
De vleermuis is een aardige metafoor voor de accountant. Hij (m/v) heeft een functie in het maatschappelijk verkeer. Hij dient in een ingewikkelde wereld kwaliteit te leveren en waarde toe te voegen en daarin zijn rug recht te houden. De accountant moet als basis voor zijn oordeel een redelijke mate van zekerheid verkrijgen over de vraag of de financiële overzichten als geheel vrij zijn van een afwijking van materieel belang die het gevolg is van fraude of van fouten. Daartoe dient de accountant de virussen van eigen belang, commercie en andere zaken onder controle te houden. Het maatschappelijk belang moet prevaleren. Daarvoor zijn natuurlijk ook forensische expertise nodig en moet hij kunnen beschikken over technieken om fraude te kunnen ontdekken. De kantoren ondersteunen de accountant door hun kwaliteitsstelsels die ook preventief en regulerend werken. De accountant is dus op een hele bewuste, professionele manier integer. Naar zichzelf, naar elkaar en naar de ondernemers voor wie zij hun werkzaamheden verrichten.
De MCA en de CTA zien daar veel dingen goed gaan. Ik ook. Ik heb veel anekdotisch bewijs dat accountants en accountantskantoren vanuit integer vakmanschap hun werk doen. Er is veel gepaste trots als het gaat om de invulling van hun werkzaamheden. Terecht lijkt me.
Uitbraken
Daarnaast zijn er toch regelmatig uitbraken van het virus. Dan is het belangrijk om de regelgeving weer helder te maken en helder te hebben. Persoonlijke hygiëne is altijd belangrijk en je wordt je dat weer extra bewust. Soms is wat extra druk of regelgeving nodig. Maar het fraudevirus roei je niet uit met extra regels. Het is een onuitroeibaar fenomeen. Het hangt samen met het mens-zijn. Wij hebben die neiging. Talloze onderzoeken onderstrepen dat. Het fraudevirus steekt keer op keer de kop weer op. Het modificeert zichzelf ook steeds. Waar je het nu indamt, is er volgend jaar misschien wel een gemodificeerde versie die zich van die dam niets aan trekt. Het griepvirus is daar ook heel goed in.
Innerlijk
Wil de accountant zijn maatschappelijke rol op een adequate wijze vervullen, dan dien je hem niet te bedelven onder of op pad te sturen met nog meer regels. De vleermuis doet innerlijk iets om het virus onder controle te houden. En ik heb van Alex Brenninkmeijer geleerd, dat ook de accountant innerlijk iets doet en moet doen. Een innerlijke waardeoriëntatie (ethos) gepaard aan adequate wet- en regelgeving (logos) is geboden. Binnen die kaders van ethos en logos zet de accountant zijn professionele skills en tools in en ontwikkelt die zo nodig. Daarvoor is het belangrijk om een cultuur te hebben en te ontwikkelen, waarin de accountant leert vanuit innerlijke waarden zoals integriteit te handelen. Regelgeving kadert dat in en corrigeert zo nodig. Maar het begint bij innerlijke waarden. Als de accountant dan een rechte koers vaart en zijn antilichamen gebruikt om niet door het virus plat te gaan, voegt hij waarde toe. Zo corrigeert de accountant en wijst de weg, totdat de ondernemer op dezelfde wijze antilichamen inzet om het virus te bestrijden. Dan steunt het werk op waarden en beginselen (principles) en wordt door regelgeving (rules) en technieken ondersteund.
Wat een prachtig vak. Waarom ben ik eigenlijk geen accountant geworden?
Dat raakt aan de elfde aanbeveling van de Commissie Toezicht Accountancysector: “De ingezette cultuurverandering moet onverminderd doorgaan. Dit vergt aanpassing van de opleiding tot accountant en van accountantsorganisaties waarbij meer aandacht moet zijn voor soft skills, reflectie en intervisie, werkdruk, de work-life balance en een cultuur gericht op ‘het goede doen’. Autonomie en open communicatie moeten in plaats komen van hiërarchie en bureaucratie. Professionele oordeelsvorming moet voldoende ruimte krijgen.”
Die soft skills, dat is echt mijn ding. En soft is nog niet zo simpel; het kan een hele uitdaging zijn om voldoende lef te hebben deze uitdaging aan te gaan. En ik daag u uit.
In mijn dagelijkse praktijk van advisering, coaching en training van accountants heb ik gemerkt dat begeleiding in die veranderingsprocessen van essentieel belang is. Zeker in een voorjaarsperiode, waarin de reflectie onder druk staat vanwege de topdrukte, dan stel je je zelf niet meer automatisch reflectie-vragen. Dan zijn de risico’s van ontsporing in de vorm van bijvoorbeeld een burn-out levensgroot. Het geeft me veel voldoening om accountants te helpen om zo hun gezondheid én hun performance op peil te houden en zelfs te verbeteren.
En dat brengt me nog even terug bij het coronavirus. Als het gaat om trainingen, intervisiegesprekken, oorzakenanalyses en (burn-out) coaching volg ik de richtlijnen van het RIVM. Zonder klachten en met gepaste afstand is er nog face-to-face contact mogelijk. En soms is de telefoon een voor de hand liggend alternatief.
Wilt u informatie of anderszins contact? Bel of mail me gerust.
Het is mijn wens voor de beroepsgroep van accountants dat ze topfit blijven met de juiste ondersteuning en in staat zijn om nog beter aan de verwachtingen van de maatschappij te voldoen.
Ernest Ouwejan is Directeur Social Skills bij V&A accountants-adviseurs