Consultatie Wet homologatie onderhands akkoord ter voorkoming van faillissement

Het ministerie van Veiligheid en Justitie is vandaag een internetconsultatie gestart over de ‘Wet homologatie onderhands akkoord ter voorkoming van faillissement’. Doel van de wet is om het voor ondernemingen in financiële moeilijkheden eenvoudiger te maken door middel van een akkoord met hun schuldeisers problematische schulden te herstructureren.

In 2014 is het wetsvoorstel continuïteit ondernemingen II geconsulteerd. Dit voorstel stelt een onderneming in financiële moeilijkheden in staat om een akkoord aan schuldeisers aan te bieden, om daarmee problematische schulden te herstructureren. Naar aanleiding van de ingekomen reacties op de eerder gehouden consultatie zijn de conceptwetstekst en de bijbehorende toelichting bijgewerkt en is besloten deze stukken opnieuw ter consultatie voor te leggen.

Met dit wetsvoorstel wordt in de Faillissementswet een regeling ingevoerd op basis waarvan de rechtbank een onderhands akkoord tussen een onderneming en zijn schuldeisers en aandeelhouders betreffende de sanering en herstructurering van schulden kan goedkeuren (homologeren) als daarmee het faillissement van de schuldenaar kan worden voorkomen. De homologatie leidt ertoe dat het akkoord verbindend is voor alle bij het akkoord betrokken schuldeisers en aandeelhouders. Schuldeisers of aandeelhouders die niet met het akkoord hebben ingestemd, kunnen daardoor toch aan het akkoord worden gebonden. Daarom wordt in deze context ook wel de term ‘dwangakkoord’ gebruikt.

De voorgestelde regeling ziet op ondernemingen die wel rendabele bedrijfsactiviteiten hebben, maar vanwege een te zware schuldenlast toch insolvent dreigen te raken. Doel is om het reorganiserend vermogen van deze ondernemingen te versterken en te voorkomen dat een kleine groep van schuldeisers of aandeelhouders de belangen van de overige bij de onderneming betrokken partijen (waaronder andere schuldeisers en werknemers) schaadt door op oneigenlijke gronden een herstructurering tegen te houden waarmee een faillissement nog kan worden afgewend.

Bedoeling is dat de nieuwe regeling het minnelijk schuldsanerings- en herstructureringstraject versterkt en dat de mogelijkheid van een dwangakkoord zal dienen als ‘uiterste redmiddel’. Van de schuldenaar (onderneming) wordt verwacht dat hij eerst via de minnelijke weg probeert om met zijn schuldeisers en aandeelhouders tot een akkoord te komen. Pas als dit niet lukt, komt de mogelijkheid van een dwangakkoord in beeld.

 

Gerelateerde artikelen