‘Conclusie A-G gaat niet over massaalbezwaarprocedure vermogensrendementsheffing’
Advocaat-generaal Niessen heeft zijn mening gegeven over een procedure waarin het gaat om de vraag of er sprake is van strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (eigendomsrecht) en de fundamentele vrijheden. In dat geval kan er sprake zijn van een individuele, buitensporige last voor belanghebbende, omdat hij 1,2% over de WOZ-waarde van zijn vakantiewoningen in Nederland moet betalen. In een conclusie geeft de advocaat-generaal zijn mening over de kwestie die aan de Hoge Raad is voorgelegd. De advocaat-generaal is van mening dat de forfaitaire vermogensrendementsheffing willekeurig kan uitwerken en in strijd kan komen met het eigendomsrecht. Hij adviseert de Hoge Raad om de zaak te verwijzen naar een gerechtshof. Het hof zal moeten onderzoeken of in dit specifieke geval de vermogensrendementsheffing buitensporig is. De Hoge Raad is niet verplicht de mening van de advocaat-generaal te volgen, maar kan daar wel rekening mee houden bij het nemen van zijn beslissing.
Er loopt ook een massaalbezwaarprocedure bij de Hoge Raad over de vraag of de Belastingdienst uit mag gaan van een forfaitair rendement van 4% over spaartegoeden. Hierin is nog geen uitspraak gedaan. “U hoeft geen bezwaar te maken tegen aanslagen inkomstenbelasting als de hoogte van het zogenoemde forfaitair rendement van 4% over uw spaartegoed het enige is waarmee u het niet eens bent,” aldus de Belastingdienst.
Lees ook:
• ‘Belastingheffing over vermogen is in strijd met EVRM’
• Financiën oneens met standpunt A-G over vermogensrendementsheffing