CNV wint rechtszaak transitievergoeding Workbus

Rechtbank Noord-Holland telt arbeidsverleden chauffeurs mee in zaak tegen uitzendbureau

Bij het bepalen van de transitievergoeding van uitzendkrachten is hun volledige arbeidsverleden van belang. Zo oordeelde de rechtbank vandaag in een zaak die zes buschauffeurs hadden aangespannen tegen uitzendbureau Workbus. Het bedrijf keek bij het bepalen van de ontslagvergoeding alleen naar de periode waarin de zes op de loonlijst van Workbus stonden, terwijl ze veel langer buschauffeur waren.

Een zestal buschauffeurs kwam hier tegen in verzet en met behulp van Vakbond CNV Vakmensen spanden ze een zaak aan tegen het bedrijf Workbus. Vakbond CNV de uitspraak als signaal naar de overheid om flexconstructies in de OV-sector tegen te gaan.

11.000 euro vergoeding
De zes buschauffeurs waren al jaren werkzaam in de concessie Arnhem-Nijmegen, voor verschillende uitzendbureaus en onderaannemers van Connexxion. Workbus nam het zestal in maart 2020 over van de TCR Group, maar hun werkzaamheden bleven ongewijzigd.

In september 2020 beëindigde Workbus de uitzendovereenkomst met het zestal. De transitievergoeding die zij meekregen bij hun vertrek, werd bepaald op basis van het halfjaar waarin zij op de loonlijst van Workbus stonden. Onterecht, oordeelde de rechter, omdat hun werkzaamheden niet veranderden toen zij hun handtekening zetten onder die overeenkomst. Daarom moet hun diensttijd bij TCR worden meegeteld bij de berekening van de transitievergoeding.

“Volgens de wet moet rekening worden gehouden met de diensttijd bij vorige werkgevers, omdat de buschauffeurs bij die werkgevers dezelfde werkzaamheden hebben verricht”, staat in de uitspraak. “Dat Workbus de buschauffeurs heeft overgenomen van een failliete werkgever, maakt niet uit.” Dit heeft tot gevolg dat de zes recht hebben op fors hogere vergoedingen: 8.400 tot 11.000 euro, in plaats van enkele honderden euro’s.

Signaal naar overheid en uitzendbranche
Henry Stroek, onderhandelaar van CNV Vakmensen ziet de uitspraak als signaal naar de uitzendbranche en naar de overheid als aanbesteder van OV-concessies. Stroek: “Het moet allemaal zo goedkoop mogelijk. Het is natuurlijk van de zotte hoe dit in de praktijk gaat, dat chauffeurs al jaren rondrijden, van de ene flexconstructie naar de andere. Dit zou gewoon vast werk in dienst van de vervoersmaatschappij moeten zijn.”

Gerelateerde artikelen