Claimzaak Steinhoff in Nederland voor rechter
Steinhoff heeft tot 7 november de tijd om inhoudelijk te reageren op de aanklacht, zo meldt de Vereniging van Effectenbezitters (VEB).
De beurswaarde van het formeel in Nederland gevestigde Steinhoff kelderde met 94 procent sinds boekhoudfraude bij het bedrijf aan het licht kwam en financiële problemen ontstonden. Investeerders gingen voor miljarden het schip in. Ze vinden dat de jaarrekeningen van Steinhoff geen eerlijk beeld gaven over de situatie bij het bedrijf en zinnen op een schadevergoeding.
Steinhoff, na Ikea het grootste woonwarenhuis ter wereld, is van mening dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is om over de zaak te oordelen, maar de rechtbank legde dat verweer woensdag naast zich neer. Ook een verzoek tot opschorting in afwachting van een procedure in Duitsland, waar Steinhoff een beursnotering heeft, werd afgewezen.
Volgens advocaat Geert Koster van de VEB was de rechter duidelijk: een zaak over een Nederlandse NV kan in Nederland voor de rechter komen. De schade van investeerders wordt volgens hem geschat op 14 miljard euro. “Het is nog de vraag hoeveel daarvan verhaald kan worden."
De VEB heeft ook een procedure gestart tegen accountantsbureau Deloitte, dat verantwoordelijk was voor goedkeuring van de jaarrekeningen. Die zaak dient bij de rechtbank in Rotterdam.
(ANP)