Celstraf eigenaar accountantskantoor voor opmaken valse arbeidsovereenkomst
Aangever was werkzaam als assistent-accountant bij het accountantskantoor van verdachte. Toen verdachte in 2011 met verlof uit de gevangenis kwam, ontsloeg hij drie werknemers – waaronder aangever – op staande voet.
Op dit ontslag volgde een ontbindingsprocedure bij de kantonrechter in Apeldoorn. Verdachte bracht in deze procedure een arbeidsovereenkomst in met een non-concurrentiebeding, waarvan aangever stelde dat hij deze overeenkomst nooit eerder had gezien en ook niet had ondertekend.
De rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen van oordeel dat sprake is van een valse arbeidsovereenkomst. De opgelegde straf is lager dan de eis van de officier van justitie. Dat komt omdat de rechtbank verdachte vrijspreekt voor een andere tenlastegelegde oplichting.
Bovendien zijn deze tenlastegelegde feiten in 2011 gepleegd en hadden ze bij eerdere rechtszaken tegen verdachte in 2013 en 2016 meegenomen kunnen worden.