Cel- en taakstraffen voor faillissementsfraude
Het echtpaar was eigenaar van de meubelbedrijven Top Teak in Deurne en Beter Teak in Helmond. De man uit Sint-Michielsgestel was manager in de winkel van Top Teak toen dit bedrijf in mei 2010 failliet werd verklaard. De curator die was aangesteld om het faillissement af te wikkelen, deed datzelfde jaar aangifte van fraude. Erna bleek dat het echtpaar en de manager in januari 2010 voor ruim 600.000 euro aan meubels vanuit Top Teak naar Beter Teak hadden gebracht, zonder daarvoor geld over te maken tussen beide bedrijven. Zij wisten op dat moment dat Top Teak failliet zou gaan en verkochten de meubels op naam van Beter Teak. Toen ook Beter Teak in november 2010 failliet ging, bleek dat daar een partij ruiterkleding ter waarde van 32.500 euro ontbrak. Daarnaast werd op het laatste moment een bestelbus voor bijna 4.000 euro onder de waarde verkocht aan het bedrijf van de zoon van het echtpaar. Bovendien voldeden de mannen en de vrouw niet aan de plicht om een deugdelijke administratie te voeren en die na het faillissement aan de curatoren over te dragen.
De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat de verdachten op geen enkele wijze acht hebben geslagen op de belangen van de crediteuren. Er zijn meerdere schuldeisers financieel benadeeld. Ook hebben de verdachten de afwikkeling van de faillissementen bemoeilijkt. De 58-jarige man krijgt de zwaarste straf, omdat hij volgens getuigenverklaringen een grote rol had binnen beide bedrijven en dwingend was ten opzichte van zijn vrouw en de manager. Ook weegt de rechtbank mee dat het echtpaar in België tot een gevangenisstraf is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Omdat de redelijke termijn is overschreden waarbinnen het Openbaar Ministerie deze zaak op zitting had moeten brengen, legt de rechtbank aan de hoofdverdachte niet 3, maar 4 maanden voorwaardelijke celstraf op. De vrouw en man krijgen daarom elk een taakstraf van 180 in plaats van 240 uur. De rechtbank legt het echtpaar bovendien een lagere straf op dan de officier van justitie eiste, omdat zij de man en vrouw vrijspreekt van een deel van de tenlastelegging.