CBS: 850.000 inkomens in toptarief inkomstenbelasting
Het belastbaar inkomen uit werk en woning is het inkomen in box 1 van de inkomstenbelasting. Van de 13,1 miljoen burgers met een inkomen in box 1 hadden er vorig jaar 7,7 miljoen werk. Van de overige 5,4 miljoen mensen leefden er 3 miljoen van hun pensioen en 1,1 miljoen ontvingen een uitkering vanwege arbeidsongeschiktheid, bijstand of werkloosheid.
Bijna de helft van de Nederlanders met inkomen (6,5 miljoen) viel in de eerste schijf tot 19.646 euro. Bij de overige 6,6 miljoen mensen viel het inkomen in de tweede schijf of daarboven.
6,6 miljoen werkenden met inkomen tot 50.000 euro
Ruim 11,8 miljoen mensen hadden een inkomen tot 50.000 euro. Van hen werkten er ruim 6,6 miljoen. Deze mensen ontvingen de arbeidskorting en hoeven minder belasting te betalen. Stijgt deze arbeidskorting, dan wordt het voordeel groter.
Er waren 5,1 miljoen mensen die wel een inkomen in box 1 hadden, maar niet werkten. Bij de meesten van hen, ruim 3,5 miljoen, viel het belastbaar inkomen in de eerste belastingschijf. Omdat deze mensen geen arbeidskorting ontvangen hebben ze noch voordeel van een stijging ervan, noch van een daling van de belastingtarieven in de tweede en derde schijf.
600.000 met inkomen van ten minste 65.000 euro
Ruim 850.000 Nederlanders hadden een inkomen in de vierde schijf. Deze schijf heeft het hoogste belastingtarief en gold in 2014 vanaf een inkomen van 56.532 euro. Hiervan hadden 580.000 mensen een belastbaar inkomen dat hoger was dan 65.000 euro. Deze groep heeft het meeste baat bij een eventuele verhoging van het aangrijpingspunt van het toptarief naar 65.000 euro. Hun volledige inkomen tussen 56.532 en 65.000 euro zou dan tegen het lagere tarief van de derde schijf belast worden (42 procent in plaats van 52 procent).