CBb vernietigt op onderdeel tuchtuitspraak maar laat berisping RA in stand
Een bv had bij de Accountantskamer een klacht tegen de RA ingediend die bestond uit vijf onderdelen. De klaagster voerde aan dat de registeraccountant:
a. afspraken en overeengekomen regelingen met klaagster niet is nagekomen, in het bijzonder de financiële prijsafspraken;
b. zeer ondoorzichtig en onzorgvuldig heeft gefactureerd;
c. heeft nagelaten te verduidelijken welke werkzaamheden als ‘meerwerk’ zouden moeten worden aangemerkt;
d. buitenproportioneel heeft gefactureerd, zonder aan te geven waarom aanvullende werkzaamheden verricht moesten worden en de berekende werkzaamheden niet onder de overeengekomen ‘fee quote’ konden vallen;
e. de jaarstukken 2009 (meerdere malen) ten onterechte onder zich heeft gehouden en op oneigenlijke gronden een beroep heeft gedaan op een retentierecht.
De Accountantskamer verklaarde de klacht gegrond en legde de RA een berisping op.
De accountant legde zich daar echter niet bij neer en ging in beroep bij het CBb. Die komt tot de conclusie dat klachtonderdeel d. (buitenproportioneel factureren) niet aannemelijk is gemaakt. Daarom wordt de tuchtuitspraak op dat onderdeel vernietigd. Maar omdat de RA zich wel schuldig heeft gemaakt aan de overige klachtonderdelen, blijft de maatregel van berisping in stand.