Cbb: geen bewijs voor misleiding Zwitserse rechtbank
18/2326
Zaaknummer bij de Accountantskamer: 17/2735
Met de ondertekening werd de Zwitserse rechter misleid, stellen klagers bij het Collega van Beroep voor het bedrijfsleven (Cbb).
In 2018 spanden twee bezwaarmakers al zonder resultaat een tuchtzaak aan tegen de Amsterdamse registeraccountant in deze zaak. De accountant in business nam voor 50 procent aandelen in een Zwitsers bedrijf. De twee bezwaarmakers namen de andere helft voor lief. Uit de verkoop van Zwitsers vastgoed verstrekte deze onderneming voor 5 miljoen euro aan leningen aan de BV van de klagers. In 2014 liepen de spanningen tussen de twee partijen op. De BV van de accountant – waarin de aandelen van de Zwitserse onderneming zitten – spande een rechtszaak aan tegen de klagers. Ze werden privé aansprakelijk gesteld als hun bedrijf niet aan de verplichtingen van de lening kon voldoen. In die procedure werden financiële stukken van de BV van de bezwaarmakers in geding gebracht. Die informatie was ,,materieel onjuist, onvolledig en zeer misleidend'', stelden de klagers.
Miljoenen gevorderd
De accountant verweerde zich in de tuchtzaak door te stellen dat hem verwijten worden gemaakt als bestuurder van een BV, niet als accountant. Bij wat hij gedaan zou hebben, is zijn vakbekwaamheid als accountant niet aangewend. Dat maakt dat zijn handelen niet tuchtrechtelijk te verwijten is. De Accountantskamer verklaarde de klacht ongegrond inderdaad omdat een door een accountant ingenomen civielrechtelijk standpunt in een zakelijk geschil niet tot een tuchtrechtelijk verwijt leidt. Verwijtbaar is wel als de accountant bewust een misleidend standpunt inneemt, maar dat is in deze zaak niet bewezen, oordeelde de tuchtrechter in september 2018. Dat laatste is juist wel het geval, menen de twee klagers, en ze gingen in beroep. Er staat voor hen ook veel op het spel. Uit de stukken blijkt dat in de Zwitserse zaak 6 miljoen euro is gevorderd van hen.
Volgens de klagers – 'appellanten' genoemd in de procedure bij het Cbb – stelde de accountant ten onrechte op basis van voorlopige balansen van hun onderneming vast dat het eigen vermogen over de jaren 2011 tot en met 2014 gemiddeld 10 miljoen euro negatief was. Terwijl die cijfers in werkelijkheid niet rood, maar zwart waren. Zo is een 'volslagen misleidend en onjuist beeld geschetst' van het bedrijf dat de lening aanging, waarmee de rechter eveneens misleid werd. Het College is het eens met de Accountantskamer dat de bezwaarmakers niet aannemelijk maakten dat de accountant bewust onjuiste informatie inbracht. Dat de accountant met zijn cijfers fout zat, blijkt al helemaal niet uit het feit dat de onderneming van de klagers inmiddels in staat van faillissement is verklaard.
Omdat niet is gebleken dat de cijfers fout waren, hoeft van de accountant ook niet worden verwacht dat hij enige maatregel trof om die informatie terug te nemen, zoals de klagers verzochten. Ook dat klachtonderdeel is, net als de overige onderdelen, ongegrond.