Btw-besparing mogelijk met de ‘schoonmaakstructuur’

Organisaties met vrijgestelde activiteiten kunnen veel btw besparen bij toepassing van de zogenaamde ‘schoonmaakstructuur’.

Door mr. drs. G.W. Beuker

Met name als het gaat om telkens terugkerende diensten, waarop normaal btw drukt, kan deze structuur tot grote besparingen leiden. Recent keurde een rechtbank toepassing van de ‘schoonmaakstructuur’ goed. Deze uitspraak biedt mogelijkheden voor organisaties die thans worden geconfronteerd met grote bedragen aan niet-aftrekbare voorbelasting. 

Wat houdt de ‘schoonmaakstructuur’ in?
Deze structuur ontleent zijn naam aan het feit dat deze vaak wordt toegepast bij schoonmaakdiensten. Wanneer dergelijke telkens terugkerende diensten worden verricht aan organisaties met geen of slechts een beperkt aftrekrecht, blijft er een aanzienlijk deel aan btw drukken. Om dit te voorkomen wordt de ‘schoonmaakstructuur’ toegepast. 

Er bestaan diverse varianten, maar een veel voorkomende is die waarbij de organisatie met vrijgestelde activiteiten (hierna ’vrijgestelde organisaties’)  met het schoonmaakbedrijf een joint venture oprichten. Veelal is dat een B.V., waarvan de aandelen deels in handen zijn van het schoonmaakbedrijf en deels van de vrijgestelde organisatie. Het personeel van het schoonmaakbedrijf dat de schoonmaakwerkzaamheden uitvoert bij de vrijgestelde organisatie gaat een dienstbetrekking aan met de joint venture. Vervolgens gaat niet het schoonmaakbedrijf, maar de joint venture de schoonmaakdiensten verrichten voor de vrijgestelde organisatie. Het schoonmaakbedrijf blijft enige invloed uitoefenen op de organisatie, toezicht, administratie, e.d. van de werkzaamheden. Daarom gaat ze een toezichtovereenkomst aan met de joint venture.  

De vereisten voor juiste werking van de ‘schoonmaakstructuur’
Essentieel voor de werking van de ‘schoonmaakstructuur’ is dat er tussen de vrijgestelde organisatie en de joint venture een fiscale eenheid kan worden gevormd. Daarvoor dient te worden voldaan aan een drietal verwevenheidsvereisten:

• Wanneer het aandelenbezit en zeggenschap van de vrijgestelde organisatie in de joint venture groter is dan 50%, voldoet zij aan het vereiste van financiële verwevenheid;

• Van organisatorische verwevenheid is sprake als de ondernemers onder een gezamenlijke, althans als eenheid functionerende leiding staan, dan wel als de leiding van de ene ondernemer in een positie van feitelijke ondergeschiktheid verkeert ten opzichte van die van de andere ondernemer. Bij de ‘schoonmaakstructuur’ zou dan gedacht kunnen worden aan de situatie dat het bestuur van de joint venture hetzelfde is als het bestuur van de vrijgestelde organisatie. 

• Ten slotte geldt nog het vereiste van economische verwevenheid. Daarvan is onder meer sprake als een van de ondernemers hoofdzakelijk complementaire prestaties verricht aan de andere ondernemer. Bij de ‘schoonmaakstructuur’ wordt ook daar aan voldaan, nu de joint venture enkel schoonmaakdiensten verricht aan de vrijgestelde organisatie.  

Omdat de dienstverlening van de joint venture aan de vrijgestelde organisatie binnen de fiscale eenheid btw plaatsvindt, is deze niet onderhevig aan btw-heffing. De vrijgestelde organisatie wordt enkel geconfronteerd met een klein stukje niet aftrekbare btw ter zake van de toezichtdiensten door het schoonmaakbedrijf. 

Belangrijke uitspraak Rechtbank Gelderland
Onlangs was de toepassing van de ‘schoonmaakstructuur’ in het geding bij Rechtbank Gelderland. In die casus ging het om een onderwijsinstelling. De inspecteur was van mening dat haar hoofdactiviteiten als niet-economische activiteiten zijn te kwalificeren. Om die reden kon zij geen deel uitmaken van de fiscale eenheid. De rechter dacht daar anders over. Vanwege het feit dat de betreffende onderwijsinstelling ook, zij het zeer beperkt, economische activiteiten verrichtte, werd zij als ondernemer voor de btw-heffing aangemerkt. Daarom kon zij volgens de rechtbank wel deel uitmaken van een fiscale eenheid. 

In casu betrof het de verhuur van een aantal panden. Ook was de inspecteur van mening dat niet aan de vereisten voor toepassing van de fiscale eenheid werd voldaan in deze casus. In de uitspraak van de rechtbank van 27 december 2017 werd beslist dat bij de onderhavige ‘schoonmaakstructuur’ aan de voorwaarden voor financiële, organisatorische en economische verwevenheid wordt voldaan. 

Ten slotte bracht de inspecteur nog het wapen van misbruik van recht in de strijd. In dat geval moet worden aangetoond dat het wezenlijke doel van de betrokken handelingen uitsluitend erin bestaat een belastingvoordeel te verkrijgen. In deze casus werd naar voren gebracht dat er meerdere argumenten waren voor toepassing van de ‘schoonmaakstructuur’. 

Voor de onderwijsinstelling was ook van belang dat enerzijds het schoonmaakpersoneel niet onder de onderwijs-cao, maar onder de gunstiger schoonmaak-cao zou vallen en dat anderzijds deze onderwijsinstelling niet langer verplicht was om Europese aanbestedingen te doen. Die aanbestedingsverplichting heeft grote nadelen, omdat dit tot gevolg kan hebben dat elke vier jaar moet worden samengewerkt met een ander schoonmaakbedrijf. De rechtbank achtte het dan ook aannemelijk dat het behaalde btw-voordeel niet de enige of voornaamste reden is geweest om te kiezen voor de ‘schoonmaakstructuur’. 

Gevolgen voor de praktijk
Deze uitspraak is de zoveelste in een reeks uitspraken van diverse rechters over de toepassing van de ‘schoonmaakstructuur’. Hoewel in alle gevallen uiteindelijk positief werd geoordeeld hierover, blijkt uit deze jurisprudentie wel dat het raadzaam is de nodige zorgvuldigheid te betrachten bij het opzetten van een dergelijke structuur. Omdat de Hoge Raad er nog geen uitspraak over heeft gedaan, is ook in dat opzicht voorzichtigheid geboden. 

Toch lijken deze uitspraak en de andere uitspraken hierover, mogelijkheden te bieden voor een aanzienlijke belastingbesparing in geval van terugkerende diensten van substantiële omvang aan (gedeeltelijke) vrijgestelde organisaties. Daarbij is onder meer van belang dat er goede afspraken kunnen worden gemaakt met de dienstverlener (zoals het schoonmaakbedrijf), er andere argumenten vallen aan te wijzen dan enkel belastingbesparing en kan worden voldaan aan de voorwaarden van de fiscale eenheid btw.  

Mr. drs. Geert Beuker van Beuker Btw-advies te Apeldoorn is fiscaal specialist bij Fiscaalconsult. Zijn specialisme(n): Btw, in het bijzonder non-profit, overheid, onroerende zaken, internationaal.

Gerelateerde artikelen