Btw: tijdelijke derogatie voor algemene verleggingsregeling
In het kader van de strijd tegen btw-carrouselfraude wordt het voor lidstaten die aan bepaalde voorwaarden voldoen mogelijk tijdelijk de verschuldigde btw op binnenlandse leveringen en diensten tussen ondernemers te verleggen naar de afnemer van die prestatie.
In het BTW-Actieplan van april 2016 heeft de Europese Commissie aangegeven dat zij met voorstellen voor een definitief btw-systeem op basis van het bestemmingslandbeginsel komt. Aangezien het nog enkele jaren zal duren voor het definitieve btw-systeem in werking zal kunnen treden, zijn ook nu maatregelen nodig om de btw-fraude te bestrijden. In de Raadsconclusies van mei 2016 heeft de Raad ook aangegeven dat de informatie die naar aanleiding van een tijdelijke toepassing van de verleggingsregeling wordt verkregen, nuttig kan zijn om een beslissing te nemen over wat de meest efficiënte manier is om btw-fraude te bestrijden.
Dit voorstel maakt het voor lidstaten die aan bepaalde voorwaarden voldoen mogelijk om tijdelijk een algemene verlegging van verschuldigde btw op binnenlandse leveringen en diensten tussen ondernemers (met een factuurbedrag boven de 10.000) naar de afnemer van die prestatie toe te passen. Bij de toepassing van deze algemene verleggingsregeling zal, bij B2B (Business to Business) leveringen en diensten, geen sprake meer zijn van een gefractioneerde betaling waarbij de lidstaten de btw stapsgewijs innen. De btw-afdracht en inning vindt dan in zijn geheel plaats door de laatste schakel in de keten die levert aan de (particuliere) eindconsument. Door deze verlegging naar de laatste schakel wordt btw-carrouselfraude in de tussenliggende schakels voorkomen. Op dit moment is het al mogelijk de verleggingsregeling toe te passen in bepaalde fraudegevoelige sectoren. Met dit voorstel wordt deze verleggingsregeling uitgebreid naar alle binnenlandse leveringen van goederen en diensten met een factuurbedrag boven de 10.000 euro. Het gaat hier om een tijdelijke maatregel tot 30 juni 2022.