Btw op business seats voetbalstadion deels aftrekbaar

De door een bedrijf betaalde omzetbelasting voor de huur van business seats in een voetbalstadion zijn niet in aftrek beperkt ingevolge het BUA in zoverre deze door zakenrelaties gebruikt worden. Dit heeft gerechtshof Den Bosch geoordeeld.

Een bedrijf huurt zitplaatsen in een business room van een voetbalstadion. Gebruikers daarvan kunnen een wedstrijd bijwonen van de voetbalclub, krijgen gratis consumpties en kunnen gebruikmaken van de business club.

De Inspecteur heeft de in vooraftrek gebrachte omzetbelasting over de huur van de zitplaatsen volledig gecorrigeerd middels een naheffingsaanslag. Hij baseert zich hierbij op artikel 1, lid 1, aanhef en letter b van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 (BUA) voor zover de zitplaatsen zijn gebruikt door zakenrelaties (geven van relatiegeschenken).
Voor zover de zitplaatsen door het personeel zijn gebruikt baseert hij zich op artikel 1, lid 1, aanhef en letter c, BUA (gelegenheid geven tot ontspanning).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het beroep van het bedrijf ongegrond verklaard.
Het bedrijf heeft daarop hoger beroep ingesteld bij Hof Den Bosch.

Voor zover de zitplaatsen aan zakenrelaties ter beschikking zijn gesteld, heeft de Inspecteur volgens het Hof niet het begin van bewijs geleverd dat indien aan de zakenrelaties omzetbelasting in rekening zou zijn gebracht ter zake van de zitplaatsen, deze omzetbelasting bij hen in het geheel niet of hoofdzakelijk niet voor aftrek in aanmerking zou komen. De door het bedrijf betaalde omzetbelasting voor de huur van de zitplaatsen valt dan ook niet onder de aftrekbeperking van artikel 1, lid 1, aanhef en letter b, BUA. In zoverre bestaat recht op aftrek.

Voor wat betreft het ter beschikking stellen van de zitplaatsen aan de gebroeders G (die als projectleiders in loondienst zijn bij het bedrijf), oordeelt het Hof dat de modale consument dit gebruik opvat als het geven van gelegenheid van ontspanning dan wel als dienende voor andere persoonlijke doeleinden van het personeel. De betaalde omzetbelasting voor de huur van de door de gebroeders G gebruikte zitplaatsen valt onder de aftrekbeperking van artikel 1, lid 1, aanhef en letter c, BUA. In zoverre bestaat geen recht op aftrek, aldus het Hof.

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen