Brexit gaat Nederlandse bedrijfsleven pijn doen
Het moment van Brexit, 29 maart 2019, komt snel naderbij. Op dit moment is de invulling van de toekomstige handelsrelatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK) nog onduidelijk. Naarmate deze onduidelijkheid langer duurt, blijft voor bedrijven en voor toezichthouders minder tijd over om zich goed voor te bereiden op de nieuwe situatie. Bedrijven die in het kader van dit onderzoek zijn gesproken geven aan dat de huidige onduidelijkheid maakt dat ze zich nog slechts beperkt hebben voorbereid op Brexit. Dit signaal krijgt KPMG niet alleen vanuit de bedrijven die zij in het kader van dit onderzoek hebben gesproken, maar ook van veel van hun eigen klanten. Ondanks deze onzekerheid is het van belang dat ondernemers tijdig onderzoeken wat de potentiële impact van Brexit is voor hun organisatie.
Hoeveel zendingen gaan of komen er per jaar uit het VK? Wat voor soort goederen zijn het? Zijn aanvullende maatregelen op deze goederen van toepassing? Hoe worden de goederen nu geleverd; in grote partijen of in kleine zendingen geadresseerd aan individuele afnemers? Het doorvoeren van mitigerende maatregelen neemt namelijk veel tijd in beslag. Overgaan tot handelen wanneer Brexit bijna een feit is, zal veel bedrijven in tijdnood brengen. Voor het implementeren van mogelijke oplossingen kan het dan te laat zijn. Een dergelijke analyse is dan ook – los van de uitkomsten van de onderhandelingen tussen VK en EU – goed uit te voeren.
Risico
Uit het onderzoek blijkt dat de kosten voor in- en uitvoer jaarlijks in ieder geval met 387 tot 627 miljoen euro zullen toenemen. Dit is exclusief nog niet te berekenen douanerechten, btw-uitgaven en nog onbekende sectorspecifieke markttoegangseisen. Bij specifieke eisen per sector valt te denken aan verkrijgen van en controle op fytosanitaire en veterinaire certificaten, verplichtingen vanuit CE-markering of vanuit REACH-regelgeving.
Hierbij bestaat het risico dat na Brexit eisen en standaarden tussen EU en VK divergeren. Hoe dit exact uitpakt is nog onbekend. In het onderzoek zijn de mogelijke gevolgen in kaart gebracht, maar zijn van de kosten hiervan nog niet gekwantificeerd. Zo verwacht het bedrijfsleven dat Brexit zorgt voor het opnieuw inrichten van supply chains. De verwachting is dat de eenmalige kosten hiervoor een veelvoud bedragen van de in het onderzoek geraamde kosten.
Tot slot, een belangrijk gevolg van Brexit is het ontstaan van nieuwe EU-buitengrenzen in Nederland. Dit zorgt voor een significante extra belasting van overheidsorganisaties, zoals de Douane, NVWA en KCB. Veel van de fysieke handel met het VK verloopt over de Noordzee via ferry’s. De bestaande infrastructuur in de havens waar de ferry’s aanleggen, zowel aan de Nederlandse zijde als aan de zijde van het VK, is (nog) niet geschikt om als buitengrens te fungeren. Belangrijk hierbij is de fysieke ruimte die nodig is aan parkeerplaatsen en wachtruimtes voor personen- en vrachtauto.