Brede steun in Tweede Kamer voor soepeler regels kredietunies
Door kredietunies te vormen binnen regio’s of branches kunnen mkb’ers elkaar geld lenen en tegelijkertijd het risico spreiden. Dergelijke coöperaties voorzien in een behoefte, ook omdat banken sinds het uitbreken van de financiële crisis voorzichtiger zijn geworden met het verstrekken van leningen aan het mkb. De drempel om kredietunies op te richten is nu echter erg hoog. Voor hen gelden namelijk dezelfde strenge eisen als voor banken. Mulder en Nijboer introduceren daarom aparte, soepelere regels voor kredietunies.
Regels en toezicht afhankelijk van omvang
Kleine kredietunies die minder dan 10 miljoen euro hebben aangetrokken, vallen in de plannen van Mulder en Nijboer buiten het toezicht. ‘Waarom kan die grens niet naar 25 miljoen?’, zo vroeg Kamerlid Aukje de Vries (VVD) zich af. Tony van Dijck (PVV) maakte juist zich zorgen over de risico’s daarvan. Voor kredietunies tussen 10 en 100 miljoen (het maximum) gelden strengere regels. Zo mogen ze maximaal 2,5% aan één bedrijf uitlenen. Volgens Nijboer is dat belangrijk om de risico’s te beperken. Maar Wouter Koolmees (D66) en Selçuk Öztürk (GrKÖ) vrezen dat het voor groeiende bedrijven daardoor lastig wordt om voldoende vermogen aan te trekken.
Nadere uitwerking in lagere regelgeving
Het initiatiefwetvoorstel van Mulder en Nijboer is een kaderwet. Dit betekent dat de precieze regels en grenzen in lagere regelgeving door minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) moeten worden uitgewerkt. En daar hangt veel van af, zei Sharon Gesthuizen (SP). Het gaat bijvoorbeeld om de solvabiliteitseisen en het maximale percentage dat aan één bedrijf kan worden uitgeleend. Daarvoor is wel instemming van de Europese Commissie nodig, benadrukte de minister. Paul Groot (PvdA) vroeg hoelang dit gaat duren. CDA’er Pieter Omtzigt bepleitte een evaluatie van de wet na drie jaar, zodat de vastgestelde grenzen eventueel kunnen worden aangepast.
Het debat gaat op een later moment verder met de tweede termijn van de Kamer.