Boze kopers van hotel klaagden de accountant aan

De accountant zou niet afgesproken werk hebben gedaan bij de deal.

De tuchtklacht tegen een accountant die een bindend advies opstelde in een conflict rond de verkoop van twee hotels, is ongegrond verklaard. Dat de accountant bij zijn advisering steken liet vallen, is door niet aannemelijk gemaakt.

Dat bij de koop met een waarde van 4,5 miljoen euro gesteggeld werd over een bedrag van 36.000 euro, valt op. Het ging hier met name om het principe van verrekening: boekingen bijhouden op ‘kasbasis’, dus zodra de betaling binnenkomt, of op transactiebasis. Wijkt de hoogte van die boekingen vooraf meer dan vijf procent af van het vooraf gestelde bedrag van 664.000 euro, dan scheelt dat meteen twee ton in de verkoopprijs.

Dus toen de accountant op 4,85 procent uitkwam, was de teleurstelling bij de klagers groot. De kopers kwamen namelijk uit op iets meer dan zes procent, goed voor een verlaging van de koopprijs dus.

Waar komt nou die 36.000 euro vandaan? Om precies te zijn gaat het om 36.548 euro aan vooraf ontvangen boekingen tot 31 december 2018. Volgens de kopers, de klagers in deze tuchtzaak, hadden beide partijen dat bedrag eerder al vastgesteld. De accountant werd vervolgens in de arm genomen om met een bindend advies te komen. Nadat hij zijn advies uitbracht, kwam de klager met nieuwe cijfers.

De accountant reageerde door te wijzen op fouten in de berekening van klagers. Daarna kwam de accountant met een eindrapport waarin het verschil uitkwam op 4,83 procent.

Volgens de klagers deed hij meer dan zijn opdracht behelsde. De Accountantskamer wijst op een door de accountant opgesteld stappenplan. Dat plan hield in dat hij, op basis van door de kopers en verkoper verstrekte lijsten van vooruitontvangen betalingen per 31 december 2019, zou bepalen welke van de twee methodes de juiste was. Daarna zou op basis hiervan gekeken worden of een bedrag voor 2018 bepaald kon worden.

Beide partijen stemden met deze werkwijze in. Daarmee concludeert de tuchtrechter dat van een ongeoorloofde uitbreiding van de opdracht geen sprake is. Van een ‘eigen schatting door de accountant’ is geen sprake. Hij deed uitvoerig uit de doeken hoe hij tot die berekening kwam.

Ook wordt de accountant verweten dat hij een rapport, opgesteld in opdracht van de kopers, negeerde. Dit klopt niet, reageert de tuchtrechter in haar oordeel. De accountant heeft het rapport aan de hand van een deelwaarneming op twintig facturen beoordeeld.

Hij ontdekte negen fouten. De accountant zag onder meer correcties die betrekking hadden op vorderingen op gasten. De klagers verstrekten geen deugdelijke onderbouwing voor die correcties, ondanks dat ze daartoe ruim de gelegenheid had gehad. Volgens de accountant zijn die wijzigingen gebaseerd op kennis achteraf.

Hij wees er onder meer op dat op 31 december 2018 niet bekend is of een overnachting in de loop van 2019 wordt geannuleerd. Die correctie mag je boekhoudkundig niet doorvoeren omdat dit ook niet is gebeurd voor 2019, zei de accountant. De klagers hadden op dit verweer onvoldoende weerwoord waardoor ook dit klachtonderdeel ongegrond is.

Dat maakt dat de gehele klacht ongegrond is verklaard.

Gerelateerde artikelen