Bouwsector: grond-, weg- en waterbouw blijft achter
Dit meldt ABN Amro in een sectorupdate.
De middelgrote bedrijven actief in de gww hebben de grootste klappen gehad tijdens de crisis. De grote gww-bouwers hebben het minste omzetverlies geleden sinds 2008. Opvallend, gezien de vele berichten over grote bouwbedrijven die in moeilijkheden zijn geraakt. Reden hiervoor is dat zij voor te lage prijzen hebben ingeschreven op grote infrastructurele projecten. Dit komt waarschijnlijk doordat er veel bouwbedrijven in de groep bedrijven met meer dan 100 werknemers vallen, terwijl er maar een paar hele grote bedrijven in moeilijkheden zijn geraakt. Ook hebben zij kunnen profiteren van de Crisis- en herstelwet.
De branches binnen de gww ontwikkelen zich zeer verschillend, mede veroorzaakt door de overheidsinvesteringen. De natte waterbouw heeft het lange tijd goed gedaan, maar zakt nu weg. De bouwers van wegen, tunnels en spoorwegen en kabel- en buizenleggers herstellen nu juist weer na een paar slechte jaren.
De oorzaak van deze schommelingen zijn de overheidsinvesteringen. 59% van de werkzaamheden heeft de overheid als opdrachtgever. De investeringen van de Rijksoverheid nemen vanaf 2017 toe. Dit komt door een toename van de investeringen in het Infrastructuurfonds. Gemiddeld groeien de investeringen in dit fonds met 1,2% per jaar tot en met 2020. Vanaf 2017 wordt er vooral in wegen geïnvesteerd. De provincies investeren in 2016 meer in wegen, maar minder in waterwegen. De gemeentes investeren in 2016 minder in zowel de wegen als de waterwegen.
De markt begint langzaam aan te trekken, maar et herstel van de gww-bouwers zal langer op zich laten wachten. De financiële positie van gww-bouwers is nog slecht. De marges staan onder druk door sterk stijgende kosten.