Bouwbedrijf beticht accountants van ‘chantage’

De directeur van een middelgroot bouwbedrijf uit de buurt van Utrecht was eind augustus 2017 ‘met stomheid geslagen’ toen twee RA’s – de controlerend accountant en een collega van hetzelfde kantoor - tijdens een gesprek over de het jaarverslag 2016 de samenwerking beëindigden en hem met deze woorden voor het blok zetten: ‘Als deze correcties niet geaccepteerd worden komt er geen goedkeurende verklaring.’ 

Zaaknrs. 19/275 t/m 19/277

“Ze wisten dat er druk op stond,” betoogde Erik Jan Bijleveld, advocaat van de aannemer maandagmorgen bij de Accountantskamer, waar de klacht van zijn cliënt tegen de accountants werd behandeld. “Al op 1 juli had het jaarverslag bij de bank moeten zijn; ook het Waarborgfonds had het al moeten hebben. Nog langer wachten zou de financiering in gevaar hebben gebracht.”

De correcties hadden betrekking op het onderhanden werk. Over de omvang van die post bakkeleiden de accountants en de aannemer al een aantal maanden. Over 635.000 duizend euro aan correcties bestond inmiddels overeenstemming. Volgens de accountants was er voor nog eens zo’n 1,4 miljoen euro te hoog gewaardeerd.

Volgens Bijleveld presenteerden de accountants tijdens de bijeenkomst eind augustus ineens een A4tje met daarop per project de door te voeren correcties. “Ze zeiden: accepteer het nu maar, dan heb je ook geen extra kosten voor meerwerk meer.” 

De aannemer weigerde. Volgens hem klopten de waarderingen van de overige projecten wel. 

Omdat de bouwer niet akkoord ging, moesten beide partijen opnieuw om tafel. De accountants brachten daarvoor alsnog meerwerk in rekening. De aannemer weigerde dit te betalen. De accountants daagden de bouwer daarop voor de rechter.

Ook daarbij zijn de accountants volgens de aannemer over de scheef gegaan. Ze zouden vertrouwelijke info uit het controledossier hebben gebruikt in de dagvaarding, waaronder een schikking met de fiscus. “Pure zwartmakerij,” aldus advocaat.    

Verder beticht de aannemer de accountants van het achterhouden van informatie uit het controledossier. Dit betreft onder meer de second opinion van de RA die aan de grondslag zou hebben gelegen aan de ‘chantage’ en het opzeggen van de samenwerking. 

De twee RA’s en een AA, lid van het managementteam van het accountantskantoor en door de aannemer als eindverantwoordelijke ook aangeklaagd, hebben duidelijk een andere lezing. 

De controlerend accountant kreeg halverwege de controlewerkzaamheden in 2017 ineens te horen dat de aannemer in 2016 een BTW-naheffing had ontvangen van 450.000 euro. Hij reageerde onaangenaam verrast, temeer vanwege de ‘materiele omvang’. Ook over een wijziging in de aandelenverhoudingen en een uitbreiding van het kapitaal was hij niet geïnformeerd.

De RA: “Toen we dat hoorden, dachten we in het controleteam: wat zou er nog meer kunnen spelen? Dat was voor ons aanleiding eens uit te zoeken: de post onderhands werk: zit daar mogelijk ook iets in?” 

Voor de controlerend accountant reden een college te vragen eens wat dieper in de verschillende projecten te duiken. Ook deze RA schrok van wat hij aantrof, verklaarde hij. “De zorgen van mijn collega’s waren terecht.”

Het kantoor besloot daarop afscheid te nemen van de aannemer. Eind augustus stelden de twee RA’s de bouwer daarvan op de hoogte. Van ‘chantage’ was volgens hen geen sprake. De controlerend RA: “De aannemer heeft ons gevraagd: als ik geen correctie meer doorvoer, wat gebeurt er dan? Hij wilde ons testen; kijken of we onze rug wel recht zouden houden. Dat hebben we gedaan.”

De uitspraak: Accountants bouwbedrijf niet schuldig aan chantage

Auteur: Jan Smit/Juridisch Persbureau Zwolle

Gerelateerde artikelen