Bond voor Belastingbetalers naar Hoge Raad

De vermogensrendementsheffing die de Belastingdienst oplegt is niet in strijd met Europese verdragen. Dat heeft rechtbank Zeeland-West-Brabant bepaald in een proefproces dat werd aangespannen door de Bond voor Belastingbetalers. De bond laat weten dat met deze uitspraak de procedure nog niet verloren is en kondigt een gang naar de Hoge Raad aan.

De Bond voor Belastingbetalers voert deze rechtszaak namens de circa 1,8 miljoen huishoudens in Nederland die belasting betalen over hun inkomsten uit vermogen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de box-3 belasting geen ongerechtvaardigde inbreuk op het eigendomsrecht is. Jurgen de Vries, voorzitter van de Bond voor Belastingbetalers, zegt hierover: “De uitspraak van de rechtbank ligt in lijn met eerdere uitspraken van de rechterlijke macht over dit onderwerp. Het is  teleurstellend om te constateren dat de rechtbank niet de moed lijkt te hebben om spaarders rechtsbescherming te bieden”.

Fiscalist Cor Overduin van Grant Thornton die namens de Bond voor Belastingbetalers deze procedure voert: “Tot op heden treedt de rechterlijke macht behoedzaam op bij fiscale zaken. De wetgever krijgt ruim baan, door te verwijzen naar de klassieke reactie van de ‘ruime beoordelingsmarge’, terwijl de beoordeling van de schending van het eigendomsrecht van de belastingbetaler toch niet overgelaten kan worden aan de wetgever zelf.”

Deze uitspraak is de eerste van een serie van zes zaken in de massaal bezwaarprocedure van de Bond voor Belastingbetalers. “De procedure loopt dus nog en deze uitspraak heeft nog geen definitieve gevolgen. De uitspraken van de andere rechtbanken volgen binnenkort. Daarna wordt deze zaken gezamenlijk voorgelegd aan de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland. Uiteindelijk is die uitspraak allesbepalend. Dit kan echter nog geruime tijd duren. Met deze uitspraak is de procedure zeker nog niet verloren,” aldus de bond.

Gerelateerde artikelen