Boetes executieveilingenkartel vernietigd
Volgens de Autoriteit Consument & Markt (ACM) vormden tientallen onroerendgoedhandelaren in de periode 2000-2009 een kartel bij (gedwongen) huizenveilingen. Zij opereerden in wisselend samengestelde groepen, die in de opbodfase van de veiling (de inzetfase) niet tegen elkaar op hoefden te bieden, en bij het afmijnen het pand goedkoop kochten. In veel gevallen werd het pand direct na afloop van de veiling binnen de groep handelaren doorverkocht in een ‘naveiling’, waarbij de handelaren het prijsverschil deelden. ACM legde boetes op variërend van 1.000 euro tot 383.000 euro.
Volgens de rechtbank Rotterdam legde ACM de boetes terecht op, al verlaagde zij de boetes wel met 10 procent. De 61 handelaren die hoger beroep instelden, omdat zij het niet eens waren met de boetes, krijgen van het CBb gelijk.
ACM merkt alle veilingen tezamen aan als één voortdurende overtreding. Als onderdeel daarvan moet ACM bewijzen dat de handelaren steeds met hetzelfde doel samenwerkten, en daar is zij niet in geslaagd. Hoewel uit het dossier blijkt dat bij een aantal veilingen door handelaren is samengewerkt om de prijsvorming te frustreren, bewijst dat niet dat de handelaren bij alle 2.328 veilingen met dat doel samenwerkten. Voor de meeste van deze veilingen is alleen bewijs geleverd voor samenwerking in de inzetfase, en die samenwerking kan ook andere redenen hebben dan concurrentievervalsing.
Het CBb schrapt de boetes en geeft ACM geen tweede kans voor bewijslevering. Het gaat om een fundamenteel bewijstekort en ACM heeft geen gebruik gemaakt van eerdere kansen die zij heeft gehad om het bewijs aan te vullen. Nader onderzoek zou bovendien aanzienlijke tijd kosten en de procedure heeft al lang geduurd.