Binnenlandse winst bedrijven bijna op niveau van voor de crisis
Ook de investeringen zijn sterk gestegen. Niet-financiële vennootschappen zijn goed voor ongeveer 60 procent van de totale winst die in het binnenland wordt behaald.
Bruto-exploitatieoverschot
De binnenlandse winst, officieel ‘het bruto-exploitatieoverschot’, geeft het inkomen weer dat de niet-financiële vennootschappen verdienen aan hun Nederlandse productieactiviteiten. De toename in de eerste helft van 2015 is vooral te danken aan de stijging van de toegevoegde waarde. Deze werd maar deels tenietgedaan door hogere uitgaven aan belastingen (minus subsidies), lonen en sociale premies. De in het buitenland behaalde winst nam begin 2015 ook toe, maar is nog beduidend minder dan twee jaar geleden. Het totaal aan binnenlandse en buitenlandse winst is daarom lager dan in 2011, toen het hoogste niveau ooit werd bereikt. Winstcijfers worden overigens niet gecorrigeerd voor inflatie.
Investeringsquote loopt weer op
Niet alleen de winsten zijn toegenomen, ook de investeringsquote is sterk gestegen. Dit is het aandeel van de toegevoegde waarde dat wordt geïnvesteerd in nieuwe kapitaalgoederen. Vooral aan vervoermiddelen werd meer uitgegeven, maar ook de investeringen in software en machines namen toe.
De investeringsquote is inmiddels hoger dan voor de crisis. Wél lag deze in 2011 tijdelijk op een hoger niveau, toen het Nederlandse bedrijfsleven aanvankelijk snel uit het dal leek te kruipen en er veel werd geïnvesteerd door de delfstoffenwinning (aardolie en gas) en de energiebedrijven. De toename van het exploitatieoverschot stagneerde echter waardoor nieuwe investeringen uitbleven en de investeringsquote daalde. In 2013 is het herstel ingezet dat ook in de eerste helft van 2015 aanhield.