BING-directeur berispt door Accountantskamer voor onzorgvuldige conclusies
Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) concludeerde in een rapport in juni 2013 dat er in de deelgemeente sprake was van belangenverstrengeling. Ook werd oneigenlijke politieke druk uitgeoefend binnen de ambtelijke organisatie, en wel door Yeyden. Een motivering van dit oordeel ontbreekt echter in het rapport, concludeert de tuchtrechter. Ook hebben de onderzoekers nagelaten tot uitdrukking te brengen wat ‘oneigenlijke druk’ precies inhield. De gedaagde RA is een van de mededirecteuren van BING. Hij zag geen grond voor een tuchtrechtelijk oordeel omdat het onderdeel van het rapport dat handelt over die oneigenlijke druk niet door hem was opgesteld. De Accountantskamer was het daarmee oneens. Zo is het niet mogelijk in dit rapport feiten van conclusies te scheiden. Ook was het de mededirecteur die op 28 juni het rapport ten overstaande van de pers presenteerde.
Door de conclusie niet duidelijk te motiveren en achterwege te laten wat nu die oneigenlijke druk was en ook de term ‘machtsbederf’ te gebruiken, was te verwachten dat de media met het oordeel van BING ‘aan de haal’ zouden gaan, zo schrijft de tuchtrechter. Dat het akkefietje met de ambtenaar meteen was uitgepraat, wordt niet in het rapport vermeld. Iets waar de RA kennelijk geen gewicht aan toekende. Ook het vragen om een weerwoord door Yeyden werd achterwege gelaten. Iets dat ongetwijfeld tot een nuancering van de kwalificatie had geleid, meent de tuchtrechter.
Lees ook:
(Michiel Satink/Juridisch Persbureau Zwolle)