Bijna alle grote bedrijven maken duurzaamheidsrapportages
Van de honderd grootste Nederlandse bedrijven verzorgde 94 procent in 2024 al duurzaamheidsrapportages. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek van KPMG onder 5800 bedrijven wereldwijd. Het onderzoek laat een grote toename zien van het aantal bedrijven dat zulke gegevens publiceert.
Nu de verplichte duurzaamheidsrapportage aanstaande is (in Nederland is dat de Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive – CSRD) kiezen veel bedrijven dus duidelijk voor een proactieve aanpak. Wel moeten er nog flinke stappen gezet worden om straks ook écht te voldoen aan de CSRD.
Onderzoek naar duurzaamheidsrapportages
De KPMG Survey of Sustainability Reporting, die voor het eerst werd gelanceerd in 1993, wordt elke twee jaar georganiseerd en geeft inzicht in de rapportages op het gebied van duurzaamheid en ESG (Environmental, Social and Governance oftewel Milieu, Maatschappij en Goed Bestuur) van 5.800 bedrijven in 58 landen. Met meer dan 180.000 gegevensitems gecombineerd in één dataset, biedt het rapport een compleet overzicht van de huidige voortgang op het gebied van ESG-rapportages door de grootste bedrijven ter wereld. De analyse omvat gegevens over de ‘N100’s’ (de 100 grootste bedrijven binnen een land) en de ‘G250’ (de 250 grootste bedrijven ter wereld qua omzet, gebaseerd op de Fortune 500-ranglijst van 2023).
Nederland leidend in rapportages over biodiversiteit
Wat specifiek voor Nederland opvalt is dat 83 procent van de honderd grootste Nederlandse bedrijven rapporteert over biodiversiteit. Daarmee is Nederland de wereldwijde koploper op dit gebied, met Japan (80%) en Brazilië (76%) als nummers 2 en 3.
Zes belangrijke trends over duurzaamheidsrapportages
Het KPMG’s Survey of Sustainability Reporting 2024 laat verder zes belangrijke trends zien in de wereld.
1. Rapporteren over duurzaamheid en het stellen van CO2-doelstellingen zijn onderdeel geworden van de normale bedrijfsvoering. Zowel de duurzaamheidsrapportage als CO2-doelstellingen zijn door bijna alle bedrijven van de G250-wereldwijde groep en door 80% van de N100-groepen overgenomen. Wel blijft het aantal bedrijven dat ook concreet maakt hoe ze hun doelen gaan behalen nog achter.
2. De EU-richtlijn voor duurzaamheidsrapportage (CSRD) wordt vanaf het boekjaar 2024 in de meeste EU-landen van kracht, maar veel bedrijven bereiden zich hier nu al op voor. Ook bedrijven zonder directe verplichting anticiperen, omdat ze data moeten aanleveren aan partners die wél rapporteren. Bijna de helft van de Europese bedrijven volgt de EU-systematiek al.
3. Dubbele materialiteit, dat de impact van bedrijven op milieu en samenleving én de financiële risico’s daarvan beoordeelt, wint terrein. Het concept is een hoeksteen van de CSRD en wordt al toegepast door de helft van de grootste bedrijven wereldwijd. Bedrijven die waarschijnlijk ook te maken gaan krijgen met een CSRD-verplichting, lopen hier met het toepassen van dubbele materialiteit dus al op vooruit.
4. Ondanks nieuwe verplichte rapportages blijven vrijwillige richtlijnen en standaarden ook populair. GRI (Global Reporting Initiative) blijft de meest gebruikte standaard: driekwart van de G250-bedrijven maakt er gebruik van en een bijna even groot deel van de N100-groepen. Ook andere vrijwillige richtlijnen zoals SASB (Sustainability Accounting Standards Board) winnen aan invloed, vooral in Amerika.
5. De berichtgeving over biodiversiteit – waar Nederland dus de wereldwijde koploper in is – blijft in de hele wereld toenemen. Ongeveer de helft van zowel de G250- als de N100-groep rapporteert nu over biodiversiteit, vier jaar geleden was dat nog maar een kwart.
6. De acceptatie van TCFD-aanbevelingen (Task Force on Climate-related Financial Disclosures, een internationale standaard die organisaties helpt bij het rapporteren over klimaatrisico’s) neemt toe. Bijna driekwart van de G250-bedrijven rapporteert klimaatrisico’s in overeenstemming met de TCFD.