Bijna 10 procent accountants levert controlevergunning in
Dat meldt het Financieele Dagblad.
Aan het begin van 2017 hadden 329 kantoren zo'n vergunning, bij de aanvang van dit jaar waren er 298 over. Het zijn over het algemeen de kleinere kantoren die maar een paar controles per jaar doen. “Ze doen het erbij en dan is de kans groter dat ze het niet goed doen', zegt Arjen Schutte van Full Finance, een adviesbureau voor de accountantssector.
Redenen om afscheid te nemen van de vergunning zijn divers. Sommige kantoren hebben een te kleine portefeuille klanten en maken dan te hoge kosten ten opzichte de opbrengsten. Andere kantoren zijn negatief beoordeeld door toezichthouders NBA of SRA en vinden dat het hen te veel kost om de kwaliteit op niveau te brengen.
Het aantal kantoren met een vergunning voor de wettelijke controle daalt al jaren. De AFM houdt een register bij van de kantoren met zo'n vergunning. Het zijn er inmiddels 37 procent minder dan in 2010, toen 475 kantoren nog over een vergunning beschikten.
Volgens Schutte hoeft dit geen probleem te zijn. “Het leidt tot professionalisering. Als je niet groot bent, moet je niet alles willen doen.” In een toelichting op de Wet Toezicht Accountantsorganisaties werd destijds vermeld dat 180 kantoren wel genoeg was voor de 12.000 wettelijke controles die per jaar in Nederland worden gedaan. Met 298 kantoren zit de sector daar nog ruim boven.