Bij naheffingsaanslag opgelegde boete heeft slechts op 1 jaar betrekking
Aan een fiscale eenheid is over het tijdvak 1 maart 2008 tot en met 31 december 2010 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd tot een bedrag van € 103.034, alsmede bij beschikking een boete van € 4.537. Op het aanslagbiljet is de boete ten bedrage van € 4.537 omschreven als ’Boete wegens niet betalen’ en gespecificeerd als 10% van € 103.034.
Na bezwaar is de naheffingsaanslag verminderd tot € 60.263. De boetebeschikking is gehandhaafd.
Bij Hof Den Bosch is de boetebeschikking in geschil. De naheffingsaanslag is geen onderwerp van geschil. Het Hof stelt voorop dat de beboeting is gegrond op de niet tijdige voldoening van door de fiscale eenheid verschuldigde omzetbelasting. Volgens het Hof is niet aannemelijk geworden dat de Inspecteur ten tijde van het opleggen van de in geschil zijnde boete, de bedoeling had over alle kalenderjaren slechts één boete te willen opleggen.
Het Hof oordeelt dat de bij de naheffingsaanslag opgelegde boete van € 4.537 alleen betrekking kan hebben op het jaar 2008. Bij dat oordeel is in aanmerking genomen dat bij het opleggen van de naheffingsaanslag de nageheven omzetbelasting over het jaar 2008 is vastgesteld op het bedrag van € 56.400 en dat de daarbij op te leggen verzuimboete van 10% van de verschuldigde belasting ingevolge artikel 67c AWR wordt beperkt tot het voor het jaar 2008 geldende maximum van het boetebedrag van € 4.537. Aangezien tot dit bedrag de verzuimboete is opgelegd, betreft de opgelegde verzuimboete alleen het jaar 2008. Dit leidt tot de conclusie dat de vermindering van de over het jaar 2008 nageheven omzetbelasting tot het bedrag van € 13.629 leidt tot een vermindering van de boete tot 10% van € 13.629, is € 1.362.
(Bron: Fiscanet)