Big Four grootste bedreiging voor advocatuur?
Momenteel lees ik The Fifth Risk van Michael Lewis (The Big Short, Boomerang). Lewis beschrijft in zijn kenmerkende en heldere stijl hoe enkele Amerikaanse overheden (zoals het US Department of Energy en het US Department of Agriculture) de dagen en weken na de verkiezing van Trump tot president van de Verenigde Staten eindeloos zitten te wachten op de transitieteams…
[Spoiler alert]
…die kwamen niet.
Auteur Robert van Beemen is partner bij Venturis Consulting Group.
Lewis schrijft op een zeker moment: “[…] the human imagination is a poor tool for judging risk. People are really good at responding to the crisis that just happened, as they naturally imagine that whatever just happened is most likely to happen again. They are less good at imagining a crisis before it happens – and taking action to prevent it.”
Hoewel het kader waarin Lewis dit schrijft uiteraard een andere is dan waarin mijn compagnon en ik ons werk doen, moest ik bij het lezen hiervan toch onwillekeurig denken aan de reacties die wij afgelopen jaar regelmatig kregen wanneer wij spraken over de trends en ontwikkelingen die wij in de nationale en internationale juridische markt zien, en met name ook de invloed daarvan op de positionering (where to play) en strategie (how to play) van advocatenkantoren.
Op deze plek zou ik graag op een van de ontwikkelingen, die overigens niet per se van recente aard is, nader in willen gaan.
De zogenaamde Alternative Legal Service Providers (waaronder de Big Four en Legal Tech partijen, zoals Axiom) zijn sterk in opkomst. Alleen al afgaand op de Nederlandse M&A-markt, speelden de Big Four in de juridische markt in 2014 nog een vrij marginale rol; drie jaar later, in 2017, waren de Big Four bij inmiddels 18 deals betrokken met een totale deal value van ruim €250,000,000.
Ook als je kijkt naar het aantal advocaten dat de Big Four wereldwijd inmiddels aan zich heeft weten te binden, dan kan je geen andere conclusie trekken dan dat die – in ieder geval qua grootte – inmiddels ‘meedoen’ met de grote internationale kantoren (zoals DLA Piper, Clifford Chance en Hogan Lovells).
In de periode van 2014-2015 deden de Big Four 7 deals voor een totale waarde van €68 miljoen in de juridische markt. In de periode van 2016-2017 was de Big Four al goed voor 31 deals voor een totale waarde van €475 miljoen.
Maar veel interessanter is de strategie die de Big Four volgen, namelijk die van de geïntegreerde dienstverlening, op het kruispunt van finance, legal, tax, consulting, projectmanagement, waarbij technologie een primaire rol speelt. Die strategie van geïntegreerde dienstverlening en technologie werd deze zomer nog eens benadrukt door EY met de overnames van Riverview Law, en in de Benelux, van VODW. Met Riverview Law versterkt EY zijn positie ten aanzien van de managed legal services, waarmee EY een sterke troef in handen heeft voor het verbeteren van de efficiency en de client service delivery. Met de overname van VODW versterkt EY zijn positie op de Benelux-markt met betrekking tot strategische marketing, klantgerichte innovatie en digitale transformatie. Daarbovenop investeert alleen al EY de komende twee jaar ruim USD 1 miljard in technologie en innovatie. Geen advocatenkantoor kan daar tegenop!
Terug naar de eerdergenoemde reacties. Met 2019 en de goede voornemens in zicht, doe ik graag een voorzet: schrap het argument dat deze (en vele andere) ontwikkelingen in de juridische markt u, advocatenkantoor, niet raken, omdat het uiteindelijk toch allemaal gaat om mensen en persoonlijke relaties…
Of zoals Professor Wilkins van Harvard Law School afgelopen november in de Financial Times (15 November 2018) zei: “Clients want integrated solutions, because they do not think of their challenges in legal terms — they are just challenges. “Law firms have to respond to this.”