Big Data is watching you
Het staat er echt. Ik kijk nog eens naar het artikel in het Historisch Nieuwsblad. De Afsluitdijk is in 1932 twee jaar voor de afgesproken datum opgeleverd. 1) Een complex bouwwerk succesvol en voor de deadline afronden, het is lang geleden dat ik dat ergens heb gelezen. We kunnen tegenwoordig de meest complexe projecten beheersen met prachtige software en andere tools. Hulpmiddelen die Cornelis Lely c.s.. bij de bouw van de Afsluitdijk niet ter beschikking stonden. Nu gaat ook ‘big data’ ons helpen complexe vraagstukken op te lossen: fraude, kosten- en risicoanalyses. Prachtig dat dit kan. Tegelijkertijd zien we bijna dagelijks dat projecten (financieel) uit de bocht vliegen, van de Noord/Zuid-lijn in Amsterdam tot de verbouwing van het Rijksmuseum en de bouw van panden voor het ROC Leiden. Hoe kan dat? Heeft echt niemand genoeg inzicht in de financiën gehad om vroegtijdig aan de bel te trekken? Is ons zicht op cijfers inmiddels zo vertroebeld, ondanks alle hulpmiddelen?
Het is deze vraag die centraal staat bij de zogenaamde Paradox van Cobb. ‘We weten waarom projecten mislukken, we weten ook hoe we dat in de toekomst kunnen voorkomen, waarom komt er dan geen eind aan de mislukkingen?’ De paradox komt voort uit een vraag die CIO Martin Cobb in 1995 stelde tijdens een vergadering van de Canadese Treasury Board, waarbij overschrijdingen bij grote projecten ter discussie stonden. Het is een schrale troost te zien dat wij in Nederland niet de enigen zijn die met dit probleem kampen.
Een van de bekendste onderzoeken naar Cobb’s paradox is uitgevoerd door Teun van Aken. In zijn proefschrift De weg naar projectsucces (1996) komt hij tot de conclusie dat succes niet wordt gerealiseerd door gebruik te maken van steeds meer managementinstrumenten, zoals planning, budgettering, monitoring, voortgangsrapportages en beslisdocumenten. De werkstijl van projectleiders en de mate waarin zij gedoseerd gebruikmaken van ter beschikking staande beheersinstrumenten voor projectmanagement blijken van minstens even groot belang te zijn. Projectsucces wordt dus eerder via leiderschap dan via management bereikt. Zijn proefschrift is samen te vatten in vier kernpunten: instrumentgebruik hangt negatief samen met het succes van projecten; de werkstijl draagt positief bij aan het succes van projecten; bij doelgericht werken is weinig instrumentarium nodig om succes te bereiken; en bij ingrijpbare projecten staat veel structurering succes juist in de weg.
Hebben wij iets geleerd van Cobb of van Van Aken? Het lijkt er tenslotte op dat opdrachtgevers (en accountants) nog steeds graag terugvallen op het gebruik van zo veel mogelijk tools en middelen die de illusie bieden dat zaken onder controle zijn. In welke verhouding staat dit met de bouwers van de Afsluitdijk die bijna volledig moesten vertrouwen op hun eigen professionaliteit? Moet er niet een bijsluiter bij ICT-oplossingen komen: zeer effectief, maar gebruik met mate en blijf zelf nadenken?
Big data? Ik zie de prachtige mogelijkheden en het grote belang, niet alleen bij projecten maar binnen zeer veel werkgebieden in de accountancy. Toch draait het bij big data wat mij betreft vooral om de kleinst mogelijke steekproef: N=1. De individuele accountant. Onderzoeksobject? Zijn leiderschap en professionele en unieke inzicht in cijfers.
Gyuri Vergouw